b O!
205
-
25 Juli 1952
De subsidiering van het kleuteronderwijs is nog niet wettelijk geregeld en ge
schiedt in verschillende vormen: naar rato van het aantal leerlingen, naar rato
van het exploitatietekort, enz. In navolging van het Lager Onderwijs menen bur
gemeester en Wethouders de subsidiering te doen naargelang het aantal leerlingen
en wel f.5,= per leerling per jaar. Opgemerkt wordt dat verschillende gemeenten
hogere bedragen uitkeren: Hoeven f.35,-- per leerling, Halsteren f.5,75; Wouw
f.7,50; Bergen op Zoom f9,=; doch hier staat dan dikwijls tegenover dat de ge
meente bepaalde eisen stelt aan het onderwijs, de leidsters en het schoolgeld.
Het ligt in de bedoeling om t.z.t. bij verdere verhoging var. dit oedrag eventu
eel ook nadere eisen daaromtrent te gaan stellen.
De heer RENS acht deze kleine subsidie alleszins verantwoord.
De Raad besluit zonder hoofdelijke stemming de subsidie voor het kleuteronder
wijs over. 1952 vast te stellen op f.5»-: per leerling.
XIII. VOORSTEL TOT TOEKENNING- VAD EEN BELONING AAN DE VOLONTAIR TER SECRETARIE.
Nr. 13/156.
De VOORZITTER deelt mede dat door Ged.Staten de bemerking is gemaakt dat een
beloning van f.100,== per jaar voo.r een volontair, welke enigszins ingewerkt is
te laag is te achten. Zij stellen voor deze beloning geleidelijk aan te laten
opklimmen tot f.400,- a f.500,= per jaar. Aan de hand hiervan stellen burgemees
ter en wethouders- voor om de beloning van de huidige volontair, welke seuext
1 April 1952 werkzaam is, een beloning toe te kennen van f.jO,= per maand en
deze beloning voor het jaar 1953 te begroten op f. 500,—
De heer "EENS meent dat het voorstel alleszins aanvaardbaar is. De arbeidspres
taties van de volontair moeten gewaardeerd wordentemeer indien blijkt dat er
op de secretarie behoefte is aan een volontair. Bovendien moet deze volontair
dan nog zijn studiekosten betalen.
Dhr.VERSWIJVER zou ook instemmen met een hogere beloning.
De VOORZITTER meent dat de beloning niet te hoog gesteld moet worden, aangezien
er een prikkel moet blijven om bij voorkomende gelegenheid naar een andere ge
meente te solliciteren. De personeelsformatie van onze gemeente laat niet toe
binnen afzienbare tijd nog een ambtenaar aan te stellen.
De' .Raad besluit vervolgens conform voorstel van burgemeester en wethouders.
XIV. RONDVRAAG.
1. dhrRAAYMAKERSinformeert of reeds werkobjecten ontworpen zijn om aangepakt
te worden, zodra de werkzaamheden aan de Ossendrechtse kazerne zijn beëindigd
Naar verluid zou het eerste massa-ontslag reeds binnen enkele dagen geschie
den.
De VOORZITTER antwoordt dat getracht wordt de goedkeuring te verkrijgen op
het object: Verbetering van de waterlozing van de Vliegbasis.
2. DhrRAAYMAKERS heeft vernomen dat door de polderbesturen een groot werk is
aanbesteed en dat thans machinaal zal worden uitgevoerd. Indien dit met man
kracht zou geschieden, zou dit eveneens een geschikt object zijn.
'V
01'
0 9
i