202 25 juli 1952. IV. VOORSTEL TOT VASTSTELLING DER VERGOEDING ALS BEDOII D IN ARTIKEL 101bis DER LAGER-ONDERWIJSWET 1920. Nr. 28/55H. Aan de hand van de ingediende nota's en gezien de adviezen van de Inspecteur van het Lager-onderwijs wordt voorgesteld de vergoedingen ex art.10 ibis van de LOwet 1920 over 1951 vast te stellen als volgt: R.K.Meisjes school voor gewoon lager onderwijs- 3o7,Q) R.K.Meisjesschool voor voortgezet lager onderwijs f» 1 1 9>39 R.K.Lagere School te Woensdrecht voor G.L.O51 9» 34. De Raad besluit zonder hoofdelijke stemming de vergoeding vast te stellen overeenkomstig voorstel van burgemeester en wethouders. V. VOORSTEL TOT TOETREDING TOT HET BORGSTELLINGSFONDS VOOR WESTELIJK NOORD BRABANT. Nr. 46/26C. De VOORZITTER licht toe dat het doel van, het borgstellingsfonds is credieten te verstrekken aan middenstanders, welke een behoorlijk renderende en goed ge leide zaak hebben, doch die wegens uitbreiding van het bedrijf of van de be drijfsvoorraden behoefte aan een crediet hebben. Het crediet wordt slechts verstrekt onder voorwaarden, welke zekere waarborgen inhouden voor terugbeta ling ervan o.a. controle op de boekhouding; het moet een gezond bedrijf zijn; de ondernemer moet vakkundig zijn; en andere hulp moet niet mogelijk zijn. ^et Fonds is geheel zelfstandig en werkt in het ambtsgebied, van .de Kamer van. Koop handel te Breda. De exploitatietekorten worden gedragen: voor 60°Jo door de aan- gesloten gemeenten met een maximum van f.=,0195per in?/oner per jr.) ^oor 30/fe door de provincie en 10door de Kamer van Koophandel. De gemeenten welke tot het fonds toetreden moeten 1 deelnemen in het stamkapitaal hetwelk eigendom der gemeente blijft en wel f.=,10 per inwoner. Alhier zijn enige middenstanders welke gebruik wehsen te maken van deze crediet- verstrekkingHet gemeentebestuur heeft eerste bemiddeld om.deze credieten te verkrijgen, zonder dat de gemeente bij het Fonds aansloot. Dit is niet gelukt. Daarom wordt thans voorgesteld om toe te treden. DhrVERSWIJVER acht toetreding eerste gewenst indien vaststaat dat de midden standers onder de gegeven voorwaarden bereid zijn het crediet te aanvaarden. De- heer REFS stemt met dhr.^erswijver in. De VOORZITTER antwoordt dat echter het Fonds eerst de voorwaarden aan de ere- dietnemers bekend maakt, nadat de gemeente is aangesloten. Ojn uit de impasse te geraken stelt hij voor aan het Borgstellingsfonds te berichten dat de ge meente daarbij zal aansluiten, zodra vaststaat dat één middenstander de hem vooi voorgelegde voorwaarden tot credietverstrekking accepteert. De Raad kan zich zonder stemming met edit voorstel verenigen.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1952 | | pagina 34