31 maart 1952. 179
Wethouder Jacobs vermoedt dat de suggestie Timmers een geestelijk
k'nd is van de gemeente-ontvanger Voorts vraagt hij de heer Ver
swijver af of het geval van chantage, welke de heer Sóffers met hem
wilde plegen, niet tot de heer Verswij ver spreekt.
De heer Verswijver merkt op, dat indien de zaak in een arbeidersgezin
was geschied, er niet zovéél drukte om gemaakt zou worden. Nu echter
wethouder Jacobs persoonlijk in de kwestie is betrokken, wordt alles
op alles gesteld. Dit is niet de eerste keer in deze raadsperiode.
Spreker memoreert ook het op gemeentekosten rondzenden van uittreksels
uit de raadsnotulen w^aarin persoonlijke belangen van de heer Jacobs
in behandeling zijn geweest.
De voorzitter vraagt nogmaals het standpunt van de raad inzake het:
ontslag als ambtenaar van de burgerlijke stand.
De heer Verswijver antwoordt niet te kunnen capituleren.
De heer Jansen merkt op dat in de vorige vergadering aan de heer
Soffers alleen ten. laste werd gelegd: een hetzij directe, hetzij in
directe medeplichtigheid aande anonieme briefschrijverijNu deze
medeplichtigheid klaarblijkelijk niet uitdrukkelijk bewezen kan
worden, komen burgemeester en wethouders met allerlei andere geprodu
ceerde bewijzen.
Indien het merendeel der leden zich de moeite had willen geven om in
deze gewichtige aangelegenheid de betreffende stukken in te zien,
zouden zij naar het oordeel van de voorzitter een beter en duidelijker
inzicht in deze materie hebben gekregen en zou hun zonder enige
twijfel wel dégelijk zijn gebleken het indirecte deelgenootschap van
de ontvanger in deze anonieme briefschrijvêrij en de onderschrijving
'zijnerzijds van deze weerzinwekkende hancfelwijze van zijn vrouw.
Tevens deelt spreker mede, dat sedert de vergadering van 22 februari
j.l. in deze niets naders werd geproduceerd, doch is de kwestie voor
het nemen van een beslissing alleen geformuleerd geworden.
Wethouder Jacobs merkt op dat de verschillende raadsleden nog steeds