23 September 1951
graagde vergoeding voor de beloning vaneen vakonderwijzeres voor het
jaar 1950 te weigeren, aangezien deze kosten ook naar de mening van de
inspecteur van het Lager Onderwijs, zonder noodzaak zijn gemaakt.
XIV. BS NOEMING VAN TWEE LEDEN DER COMMISSIE VAN ONDERSOEK REKENING DIENST
1950 en DER BEGROTING DIENST 1952.
Se VOORZITTER deelt mede dat van de heren Jansen en Leenaarts bericht is
ontvangen dat zij geen zitting wensen te nemen in bedoelde commissies
aangezien zij zich daartoe niet competent achten» De Voorzitter wijst
er op dat bedoeld onderzoek geen technisch en adiainistratief erk is,
doch meer een,controle op het beleid van het dagelijks bestuur, com
missie vindt steun in het terzake uitgebracht accountantsrapport.
De heer LESMARTS deelt mede dat hij nog te korte tijd in de raad zit
om thans de rekening en begroting te kunnen beoordelen, hij meent dat
daarvoor beter oudere raadsleden kunnen worden gevraagd.
De VOORZITTER verzoekt vervolgens enige leden, zitting te willen nemen,
doch dezen weigeren allen. Daarna doet hij de suggestie om geen bijzon
dere commissie in te stellen en de rekening en begroting door de Raad
in pleno te laten onderzoeken.
De heer VERSMIJTEN is hier op tegen. Bij het onderzoek moet een inzicht
worden verkregen in de totale kosten welke aan bepaalde werken zijn be
steed. Dit zal moeilijk gaan in een raadsvergadering.
Tenslotte vindt de voorzitter bereid om zitting te nemen in bedoelde
commissie de heren Jansen, Rens en van oundert.
De heer RENS stelt hierbij als voorgaarde dat de commissie assistentie
zal ontvangen van de voorzitter of een ambtenaar der secretarie en dat
de commissie een gemotiveerd rapport zal mogen uitbrengen.
De heer Rens ontvangt deze toezegging, waarna de heren Jansen, Rens en
van Zundert hun benoeming aanvaarden.
XV, BENOEMING VAN TWEE LEDEN DER COMMISSIE VAN ©VIES INGEVOLGE Da vvüuN-
HUIMTEWET
De VOORZITTER deelt mede dat momenteel twee vacatures zijn ontstaan:
