5 Juli 1951 Als men weet, dat voordien bijkans geen deel van ons Staatsrecht, meer leemten, meer verwarring, meer gebrek aan plan en stelsel aanbood dan het gemeenterecht, en men daarna de Gemeentewet in haar glasheldere tekst van 1851 doorleest, beseft men pas welke geweldige vooruitgang uit technisch oogpunt, deze wet ons bracht. De gedegenheid ervan en de genialiteit van zijn ontwerper demonstreren zich reeds overduidelijk in het feit dat het rechtskader der Nederland se gemeenten een eeuw lang in zijn wezen onveranderd is gebleven, zon der dat blijk wordt gegeven van enig ernstig streven naar een fundamen tele wijziging. In hoge mate heeft deze wet eveneens bijgedragen in het waarachtig mede leven van de burgerij in zaken welke de gemeenschap aanbelangen, waar door een werkzaam plaatselijk burgerschap uitgroeit tot een goed en on ontbeerlijk staatsburgerschap. Met grote dankbaarheid en erkentelijkheid kan worden teruggezien op dat gene wat in de loop der jaren op een ongelimiteerd terrein door de ge meentebesturen is gepresteerd. Door hun maatregelen en hun rechtstreek se voorzieningen hebben zij vele en grote belangen der burgerij onder hun hoede genomen en daardoor direct en indirect het welzijn oer bevol- king behartigd en bevorderd. Zij hebben niet alleen geijverd voor de lichamelijke en geestelijke ge- ©ondheid der bevolking, maar ook gunstiger voorwaarden geschapen voor het werken en wonen der bevolking en voor haar culturele ontwikkeling en ontspanning. Moge de herdenking van deze in het gemeenteleven zo gewichtige gebeurte nis, ook bij U, leden van de Raad, het besef versterken, dat gij een zware maar dankbare taak te vervullen hebt, tou zegen van onze aan Uw zorgen toevertrouwde dierbare gemeenschap." Vervolgens-werd de vergadering gesloten met gebed. Aldus opgemaakt te Woensdrecht op 5 Juli m voorzitter, - A

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1951 | | pagina 47