1
'150
li
llM'
li :i
12 Juni 1 951
treffende het bouw- en woningtoezicht en burgemeester en wethouders te
machtigen om het toezicht te gegelan.
De heer RENS meent dat de Raad de benoeming van een gemeentearchitect
aan zich moet houden.
De heer JACOBS antwoordt dat zijn voorstel alleen beoogt de regeling van
het toezicht, niet de benoeming van ambtenaren.
De heer UIT BEWILLIGEN is tegen aansluiting bij ce niéuwe gemeenschappelij
ke regeling. Een gemeentearchitect zal voordeliger zijn, terwijl het
gemeentebestuur dan volledige zeggenschap en verantwoording behoudt, zo
dat mistoestanden zoals b.v. het niet toestaan van bouwen van landbouw-
hangars, worden voorkomen. Gezien de lange opzeggingstermijn van drie
jaren, acht hij het juister een tijdelijke kracht te benoemen en voorts
maar af te wachten, wat heren gedeputeerde staten zullen ondernemen.
De heer VERSWIJVER vreest dat de oude mistoestand:van een gemeenteop
zichter met grote persoonlijke invloed, welke niet steeds objectief is,
zal ontstaan. Dit zal weer moeilijkheden geven met aannemers.
De VOORZITTER antwoordt dat dit euvel eventueel ondervangen zou kunnen
vi/orden door iemand van buiten de gemeente als gemeentearchitect te benoe
men en o.m. als voorwaarden op te nemen dat door hem geen.particuliere
architects- of aannemerswerkzaamheden binnen de gemeente mogen worden
uitgevoerd.
De heer RENS geeft toe dat door de dienst B.W.W. veel goeds is verricht
In de nieuwe regeling acht hij echter de invloed van het hoofdbestuur
op de kringen te groot. Het zal t.z.t. veel geld gaan kosten. Hij is
geenszins bevreesd voor het voorstel van dhr. Jacobs, maar voorziet toch
dat aanvaarding ervan voor de gemeente nog vele moeilijkheden en stagna
ties met zich mede zal brengen, althans zeker in de eerste maanden.
De VOORZITTER geelt devrees van dhr Hens. In verband met detalrijke admi
nistratieve regelingen van de Wederopbouw acht hij het juister om voorlo
pig aan te sluiten bij de nieu?/e gemeenschappelijke regeling en t.z.t.
nader te beslissen. Gedurende de opzeggingstermijn van drie jaar zullen
vermoedelijk wel de meeste "wederopbouwgevallen" zijn afgewikkeld, terwijl