1 2 Juni 195>1 - 118
1°l+6 is tot uittreding besloten. De opzeggingstermijn was 3 jaar, Gu°
nep de periode 1 "anuari 1950 af. Inmiddels gingen allerwegen sternen
waarbij werd aangedrongen op algehele reorganisatie v an deze dienst.
Hangende de reorganisatiekwestie werd het genoemde raadsbesluit nxmmer
van de dienst van B.W.vï. gebruik blij
geSffeotfterd en heeft de gemeente van de dien,
ven tóen. uitvoerig overleg met de verschillende gemeentebesturen s
tenslotte de derde Ontwerpregeling door de Algemene raad goedgekeurd en
wordt toetreding verzocht per 1 Juli 1951.
Ha de reorganisatie zal het gehele gebied verzorgd worden door he. oo
bureau te Breda. Dit gebied is verdeeld in kringen met elk een subbu
reau. Het hoofdbureau behandelt het Welstandstoezicht en verzorgt tot
technische diensten der aangesloten gemeentenibestratlng riolering enz
4- -r-o .yenfstandieheid gekregen o.m. ten aanzien
De rayons hebben een grotere zelfstanüignei 0
1 irD-pme organisatie van het bureau, maar zul
van aanstelling personeel, interne organis
len daarentegen alle kosten van het subbureau gezamelijk moeten xxnan-
ciBBen, Oorspronkelijk is gedacht een rayon te vormen voor ae gemeen co
Wouw, HuiJbergen, Woensdrecht, Ossendrecht en Putte. Vanwege
pohter niet toegetreden. Indien nil ook de ge-
trische ligging is Wouw echtex niet
meente Woensdrecht zou toetreden zouden deze vier gemeenten een ra,
kunnen vormen. Indien volstaan kan worden met een technisch ambtenaar
x. i - tipt inwoner of rond f. H-700,-
bedragen de jaarlijkse kossen -
-e amrt bedrag te worden voldaah voor de beoor-
Daarentegen behoeft geen apart oeürag
i „x, «aval is. De kosten bedroegen
deling van bouwplannen, zoals thans j
1 ghof 2861,60; 19k9:f198^,50; 1950.f .3^3.;; 3
over de laatste jaren 19ko. x. 2obi,ou,
„hetgeen dus minder is dan volgens de nieuwe regeling. Toch zal een ge-
meenschappelijkeregeling voordeliger blijken dan een eigen dienst. Tï~*
kosten hiervan zullen beduidend hoger liggen. Een. volslagen technische
kracht verlangt een salaris van ±fkOOO,-.Op grond hiervan suelt nij
voor om toe te treden tot de gemeenschappelijke regeling voor a.M*
Wethouder JACOBS geeft toe dat de Dienst B.W.ÏÏ. ontegenzeggelijk veel
heeft gedaan om de gemeenschappelijke belangen inzake de woningbouw te
behartigen. Men dient zich echter af te vragen;