12 Juni 1951 der begroting dienst 1950. nrs.52 en 52/175B50. e. Besluit van heren Gedeputeerde Staten dd., 28 Mei 1951) houdende vast stelling van het presentiegeld voor de leden van de Raad. Nr.110/39A De Voorzitter licht toe, dat het presentiegeld door heren Gedeputeerde Staten is vastgesteld op f. voor de Raadsvergaderingen en f. 2,-- voor de Raadscommissies, telkens per vergadering. Wordt zonder hoofdelijke stemming besloten de stukken sub a t/m e voor kennisgeving aan te hemen. III. VOORSTEL TOT HST BEHOEDEN VAN EEK GELEE ET SWEES .MANnr. 167/3B. De VOORZITTER deelt mede dat de heer Fr. Verswijver zijn sollicitatie heeft ingetrokken. Naar aanleiding van een vraag in de vorige vergadering deeltahij voorts mede dat alle overige gemeentewerklieden door de Raad zijn benoemd, met uitzondering van L.Hoeks en A. Musters, welke voor vaste dienst zijn be noemd door de Burgemeester, waarnemend, de taak van burgemeester en wet houders en van de Baad( tijdens de bezetting). De heer VERSWIJVSR meent dat de opmerking juist is, doch dat de betrok ken werklieden eerèt geruime tijd in gemeentedienst waren als loswerk- man, waafsna formeel de vaste aanstelling volgde door de "aad. Alleen L. Hoeks is direct door de Raad beneemt als straatmaker. Spreker acht het juister indien burgemeester en wethouders deze gedragslijn blijven volgen en de Raad dus eerst later over de vaste aanstelling zal beslis sen. De VOORZITTER acht het juister dat de Raad tot aanstelling over gaat. De aanstelling geschiedt met een proeftijd van êên jaar. Zouden burge meester en wethouders een tijdelijke kracht aanstellen, dan zou de Raad t.z.t. voor een voldongen feit komen te staan om de. tijdelijke kracht voor vast aan te stellen. Daarom is het juister dat de Raad zelf tot be* noeming over gaat en zo de volle verantwoordelijkheid neemt. De heer VERSWIJVSR maakt zijn excuus voor het optreden van zijn fractie in de vergadering van 2 Mei jl. In het algemeen belang meende hij ©ch ter zoo te moeten handelen. Spreker heeft de volgende bezwaren tegen de I thans gevolgde wijze van benoeming:

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1951 | | pagina 31