O 8 Februari 1951. o <1 maken De VOORZITTER antwoordt dat het bouwrijp is verdiconteerö in de koopprijs van de grond. De prijs voor de maagdelijke grond zou beduidend lager liggen. Naar aanleiding van de mededeling omtrent het bouwcontigentvoor 1951 merkt de heer UITDEWILLIGEN op, dat verschillende particuliere bouwers moeilijkfieden ondervinden bij het bouwen van langs de provinciale weg 0.a bij het verkrijgen van recht van uitweg. De VOORZITTER deelt mede dat Gedeputeerde Staten de lintbebouwing zoveel mogelijk w ert. Het snelverkeer stelt steeds grotere eisen; met uitween wordt de veiligheid van de hoofdweg benadeeld. Weliswaar is het gemeente bestuur in onderhandeling thans on te verkrijgen dat debebouwde kom meer uitgebreid zal worden en aangepast zal worden aan de feitelijke toestand doch ook hierbij wordt niet de volle instemming van gedeputeerde staten en speciaal de provinciale waterstaat verkregen. De heer RENS meent het gemeentebestuur er op te moeten attenderen aanvra gen voor woningsplitsing zoveel mogelijk te bevorderen. Anderzijds moet gewaakt worden dat herbouwplichten van deze gemeente niet vervulworden in andere gemeenten De VOORZITTER antwoordt dat beide punten steeds de volle aandacht genieten baarna besluit de Raad zonder hoofdelijke stemming het voorstel van bur gemeester en wethouders te aanvaarden. X VOORSTEL TOT HET VASTSTELLEN VAN DE GRENS TUSSEN DE EIGENDOMMEN VAN ÖE STAAT DER NEDERLANDEN EN DIE DER GEMEENTE IN DE SCHORREN VAN DE 00S- SRSCHELDE. nr. 209/3W be VOORZITTER licht toe dat het strand ter plaatse eigendom is van de Staat en de schorren van de gemeente. De scheiding is thans de hoogwater- lijn. Tengevolge van aanslag en aanslibbing verplaatst de grens zich regel- ^tig. Teneinde een vaste grensscheiding te verkrijgen is door de Staat Voorgesteld als scheidingsgrens aan te nemen de Westgrens van de schorren, 2oals op het kadaster is aangegeven. bordt zonder hoofd -lijke stemming besloten overeenkomstig voorstel.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1951 | | pagina 10