-9 8 September 1950 K f| De VOORZITTER zegt toe de Rijkspolitie hierop te attenderen* 2. De heer VERSWIJVBR merkt op dat thans van gemeentewege enkele par ticuliere wegen worden verhard: o/a* het weggetje tan de Huybergse- weg( langs de Weert) naar Putseweg. Voorts is het hem gebleken dat d de waterlossing Putseweg- Verbraak-Pijnen- onder de Huybergsefwg door tot bij Pais, thans niet meer door de gemeente worden onder houden, hetgeen tot groot ongemak van verschillende grondeigenaren leidt De VOORZITTER antwoordt dat deze waterlossing een zeer kostbaar on derhoud vergt. Vroeger werkte de eigenaren van de belendende perce len mede o.a. door afvoer van het aangevoerde zand, dosh thans zijn zij daartoe niet meer bereid, terwijl zij de verzanding van de water lossing nog bevorderen door tot op de rand van de sloot te ploegen. Wethouder VAN GEMERT merkt op dat veel verholpen kan worden Indien door de eigenaar Pais een ligustrumhaag wordt geplant langs de sloot. Deze sloot verzandt meestal door het inwaaien van stuifzand. Ook zou het in orde brengen van deze waterlossing bij dhr.Pais een precedent scheppen voor andere eigenaren. De VOORZITTER is ook de mening toegedaan, dat de ongeschreven gewoon te: om zelf mede te werken aan het onderhoud door de eigenaren, be over gela&t en stendigd moet blijven, en niet alles ispg&siragOT moet worden aan de gemeente. De heer UITDEÜÏILLIGEN merkt op dat door het planten van dehaag weer cultuurgrond verloren gaat. Een haag planten zou alleen landbouw- ^conomisch veraatwoord zijn indien de schade door stuifzand grotèr zou zijn, dan het verlies aan cultuurgrond. De VOORZITTER zegt toe de kwestie nog eens te laten onderzoeken, maar hij vertrouwd, dat ook de belendende eigenaren hun medewerking zullen verlenen. 3. De heer UITDEWILLIGEN dringt er op aan, dat ëèpr de Rijkspolitie scherper zal worden toegezien op het storten van vuilnis in de Vin- kenbergsestraat# O v

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1950 | | pagina 57