te
11-? „1+9 Z'iS
nen aan andere verenigingen en afdelingen van verenigingen, welke met
de zelfde middelen medewerken om het culturele peil der bevolking te
verhogen.
De heer VERSWIJN/ERENgaat accoord met de heer Rens als hij zegt dat al
le verenigingen op gelijke voet moeten worden behandeld.Op grond daar
van zou hij er voor zijn indien aan de Ontspanningsclub een subsidie
van f 50,- zou worden verstrekt. De culturele waarde van deze vereni
ging is bekend en alszodanig ook door enige andere verenigingen gewaar
deerd, door aan haar een gedeelte af te staan van de door die vereni
gingen ontvangen gelden wegens uitkeringen uit een fonds voor culture
le verenigingen in deze gemeente, van welk fonds ook de Harmonies elk
f 1000, hebben ontvangen, maar de Ontspanningsclub echter niets.
De heer RENS stelt voor in het vervolg geen subsidies meer aan vereni
gingen toe te kennen zonder dat vooraf inzage is verkregen in de finan
ciële toestand van die verenigingen.
De heer DAVER7ELDT stemt hiermede in.
Wethouder VERSWIJVER verwondert het dat bij de muziekgezelschappen nim
mer om inzage der boeken is gevraagd. En dat dit nu plotseling verlangd
wordt nu andere verenigingen om subsidie verzoeken. Hij meent dat inzag
in de boeken niet gewenst is. De subsidie moet niet verleend worden als
steun in de financiële moeilijkheden van de vereniging, maar als een
blijk van waardering door de gemeente voor het culturele werk dat deze
verenigingen verrichten.
De VOORZITTER wil het voorstel in stemming brengen.
De heer RENS verzoekt het voorstel aan te houden om eventueel andere
verenigingen in staat te stellen eveneens subsidieaanvragen in te diene
nen. Hij dringt er echter op aan, geen verdere subsidies te verlenen.
De VOORZITTER belicht nogmaals de motieven waarop vroeger steeds is ge
steund bij de subsidieverlening aan muziekgezelschappen.
Wethouder VERSWIJVER zegt een tegenstander te zijn van dit onderzoek
f
1
f