3 Juni 19^9.
De heer Verswijver wijst er op, c&t het wordt voorgesteld alsof de
leden van de raad die aan de oprichting van het zeebad "De Duintjes"
hun stam hebben gegeven, schade aan de gemeente hebben toegebracht.
Spreker zegt met het verloop dezer zaak zeer wel op de hoogte te zijn,
wijl hij meerdere jaren in dienst van het zeebad is geweest. Vanaf
de oprichting is er grota tegenwerking geweest van sommige raads
leden en wethouders. Doordat het bedrijf steeds is teruggelopen, ver
keerde de heer Goderie in een moeilijke positie, hetgeen nog vererger
de door het uitbreken van de oorlog en de daarop volgends bezetting.
Dl$ alles wil men natuurlijk ook als schuld aanmerken van de voor
stemmers. Hij wijst dit echter van de hand, wijl slechts de in de
loop van de jaren ontstane toestand oorzaak is van het teniet gaan
dezer inrichting. Spreker meent da+. thans getracht moet worden te
halen wat er nog te halen valt.
De heer Jacobs merkt op, dat zoowel Gedeputeerde Staten als de
Minister indertijd een waarschuwend woord hebben laten horen tegen
deze riskante finantiele onderneming. De schuld moet niet uitsluitend
geschoven worden op de oorlog, wijl de finantiele toestand van het
bedrijf vóór I9V0 reeds niet gumstig was.
Na ampele discussie wordt besloten Inlichtingen in te winnen, of
de mogelijkheid bestaat de door de heer Goderie geclaimde schade
vergoeding te doen uitbetalen aan het gemeentbbestuur
IV. VOORSTEL TOT TOEKENNING VAN SUBSIDIE AAN DE STICHTING 19^0-19^5
No. 95/102.
Tonder hoofdelijke stemming wordt besloten een jaarlijks subsidie
van f. 10,- te verlenen.
V. VOORSTEL TOT HST AANGAAN VAN KASGELDLENINGEN. No. 2*+9 en 250/239.
Ter finantiering van het rioleringsplan voor het Duintjestarrein
en de bouw van woningwetwoningen wordt besloten twee kasgeldleningen
aan te gaan ten bedrage van f. 355*000,- en f. 125.000,-.