3 Juni 19*+9. >7
De vereniging van Nederlandse gemeenten is de mening toegedaan, dat
de nog verschuldigde erfpachtscanon enkel verhaald kan worden op het
erfpachtsrecht zelf en niet op het overig vermogen van de erfpachter.
Waar bij het voeren van een proces zeer zeker rekening zou worden
gehouden met het feit, dat de heer Goderie door de vordering zeer is
benadèeld, kan zij niet adviseren tegen de erfpachter in rechten op
te treden.
Het gemeentebestuur heeft aan de hoer Goderie verzocht afstand te
doen van het erfpacftsreeht, waarop deze hoeft geantwoord, dat dit
niet mogelijk is, wijl naar zijn mening dit recht door de vordering
reeds is verloren gegaan.
Ten einde met betrekking tot deze terreinen volledige vrijheid te
hebben, stellen Burgemeester en Wethouders thans voor tot ontbinding
van deze overeenkomst over te gaan. Daarnaast zal dan nog een beslis
sing moetemworden genomen, of al dan niet tot Invordering der
achterstallige erfpachtswanon zal worden overgegaan.
De heer Rens stelt voor pogingen in het werk te stellen de eventueel
toe te kennen oorlogsechadevergoeding voor de vernielde gebouwen
aan de gemeente te doen uitkeren.
De Voorzitter merkt op, dat het zeebad gevormd werd door het zwem
bassin, hetwelk door de gemeente is daargesteld en door de gebouwen
welke de erfpachter heeft opgericht. De heer Goderie beweért, dat
door verzanding van'het bassin een behoorlijke exploitatie niet
mogelijk was.
De heer Rens zegt, dat de erfpachter er vroeger voor gewaarschuwd
is, dat het niet mogelijk zou zijn het bassin in stand te houden.
De heer Jacobs meent, even zo goed als men dat aan de vnOTstemnwrs
jlp<jvan de straatbelasting heeft gedaan, op zijn beurt thans^een woord
van gelukwens te moeten richten tot de voorstemmers van het zeebad
"De Duintjes".