22 Do0.19^8
De heer HEKS zegt dat,indien de rendabiliteit ih acht wordt genomen,
dan ook de gronden van alle waterschappen moeten worden uitgezonderd,
temeer inaien men dan voor ogen houdt dat de waterschappen zich metter
tijd zullen uitstrekken over een groter gebied. Het blijft hier dus een
tegenstelling tussen twee gelijkwaardige lichamen:waterschappen en ge
meente, Indien beiden op hun standpunt blijven staan, zullen de grond
eigenaren de dupe ervan worden. Hij meent daarom dat de gemeente in
deze zal moeten toegeven, Hij dringt er nogmaals op aan voor te stellen
alle waterschapsgronden uit te schakelen, en dit desgewenst te motive
ren met de mededeling dat de waterschappen hier de gemeente de pas af
gesneden hebben. De schuld 3.igt z.i. bij' de Overheid die steeds maar
aandringt tot grotere uitbreiding van de waterschappen, soms tegen de
v;il van de huidige waterschappen in. De waterschapsbesturen moeten zich
zelf financieel bedruipen en voelen alle terugslag direct aan de lijve
en zijn daarom, steeds op bun hoede voor al hetgeen hen ten laste kan
komen. Indien echter het feit van de uitbreiding der waterschappen er
is, dan moet dit aanvaard worden, maar 9al anderzijds ook de Overheid
daarvan de consequenties moeten dragen.
De heer UITDEWILLIGEN gaat ac.coord met de zienswijze van dhr.^ens.Hij
stelt voor om het voorstel van dhr.Hens ter goedkeuring in te zenden
en bij niètgoedkeuring door Gedeputeerde Staten, de zaak nogmaals te
bekijken,
Wethouder VERSWIJ7EREH wijst nogmaals op zijn standpunt en zal in geen
geval willen zien, dat de overige gronden zwaarder worden belast dooi
de vrijstelling van waterschapsgronaen. Hij vreest dat dit het geval
wel kan worden, indien het voorstel te ver gaat. Hij stelt daarom voor-
enige differientering in de tarieven te brengen.
De heer JACOBS is hiervan een tegenstander. Het is een principiële kwes
tie, Waarbij het om de billijkheid gaat Wel is hij het eens, dat het
voorstel niet te ver moet gaan, daar anders grote moeilijkheden kunnen
ontstaan. Om deze redenen kan hij thans het voorstel van B en W steunen.
o 7