Él
tamelijk ruim feeinterpreteerd worden.Uit een oogpunt van recht
vaardigheid zal toch erkend moeten worden, dat de heffing van 6f>
en 3% billijk is te noemen.
de heer UITDEWILLIGEN vindt het juist onrechtvaardig, daar de pol
ders reeds belast worden voor werkzaamheden aan waterleidingen
van de gemeenten, die in de polders uitmonden.
De heer JACOBS wil laten onderzoeken welke poldergronden baten
trekken van de gemeentewegen en deze alleen belasten, en de overi
ge poldergronden vrij stellen.De voorzitter meent dat de heer Ja
cobs de zaak te veel bekijkt als bestuurslid van een waterschap.
Indien hij het objectief als raadslid zou bekijken, zou hij z.i.
het voorstel aanvaardbaar achten.
De heer JACOBS zegt nogmaals dat het niet zijn bedoeling is om al
le poldergronden uit te schakelen, doch slechts alleen die gron
den, welke niet van de gemeentewegen profiteren. Voor de overige
gronden erkent hij de billijkheid, dat ook zij straatbelasting be
talen.
De voorzitter vindt het niet billijk om alles te verhalen op de
overige grondeigenaren.
De heer JACOBS merkt daarbij op, dat ook de waterschapsgrenzen
uitgebreid zouden kunnen worden en allen polderlasten zouden moe
ten gaan betalen, als men op dezelfde wijze redeneerde.
De heer RENS ziet in de voorgestelde heffing een extra zware last
voor de grondeigenaren, waarvan sommige toch reeds ,een zeer moei
lijk bestaanit hebben.De voorgestelde heffing zou sommige bedrij
ven geheel onrendabel kunnen maken.Hij begrijpt ook het standpunt
niet van Gedeputeerde Staten, welke enerzijds zeggen dat de begro
ting zeer zuinig is opgezet en anderszijds verlangt dat een zware
belasting geheven moet worden.
De voorzitter merkt op, dat de begroting is opgezet met een geraan
de post opbrengst der straatbelasting ad f 6000,=.Zouden nu de