16 - 3 - 19^8. |60
herstel van d«. R. K. jongensschool, het opruimen van puin van ver
woeste woningen en het aankopen van gronden voor woningbouw, ten
laste van hat dienstjaar 19^8 een tijdelijke kasgeldlening aan te
gaan tan badraga van f. 125000,-. (No. 176/329)
XV. VOORSTEL TOT VASTSTELLING DER GEMEENTEBEGROTING DIENST 19*+8.
Da Voorzitter zegt, dat de door Burgemeester en Wethouders ontworpen
begroting is onderzocht door da daartoe door de Raad benoemde comMs-
sie, welk onderzoek tot geen op- of aanmerkingen aanleiding heeft
gegeven. De schuldenlast der gemeente bedraagt f. 58000,-5 de gewone
dienst sluit met een nadelig saldo van f. 13000,-. Het finantieel
beeld dat deze begroting vertoont,is derhalve niet zo verontrustend.
Zuinigheid blijft achter ten zeerste geboden, waarom Burgemeester en
Wethouders de begroting dan ook zoo sober mogelijk hebben opgezet.
De heer Jacobs merkt op na het tekenen van het rapport dar commissie
van onderzoek nog iets te hebben ontdekt, waaromtrent hij een opmer
king wenst te maken. Eerst thans is spreker gebleken, dat de be
noeming van de heer Lijnbach tot adj.commies ter secretarie is ge
schied op de maximum wedde, tengevolge' waarvan iemand zonder enige
ervaring meer salaris geniet dan een zittend ambtenaar. Spreker
vindt dit niet juist en stelt daarom voor in de salarisverordening
een bepaling op te nemen, dat wanneer aan een ambtenaar een of meer
periodieke verhogingen worden toegekend, anders dan wegens buitenge
wone dienstverrichtingen, aan de overige ambtenaren die een gelijke
rang bekleden, eenzelfde aantal verhogingen wordt gegeven.
De Voorzitter vindt het steeds gewaagd om staande de vergadering,
zonder dat er voldoende gelegenheid is zich hierover te beraden,
enige wijziging in een verordening aan te brengen.
Omtrent de plaats gehad hebbende benoeming markt hij op,dat onder
de sollicitanten geen enkele candidaat was die de nodige ervaring
op het gebied der gemeenteadministratie bezat. De heer Lijnbach
f