25 - 4 - 1946. 'ö2
in onze gemeente een prettige en vruchtbare loopbaan te bereiden,
zoodat alsdan naar een ieders genoegen met eenzelfde anthousiasme
als thans met hoogachting kan teruggezien worden,overhandig ik U
den ambtsketen en verxlaar als burgemeester van de gemeente
moensarecht geïnstalleerd.
De burgemeester neemt nierna de leiding der vergadering over en
houdt de volgende rede;
Du ik op het puirt sta het ambt van Burgemeester dezer gemeente te
aanvaarden, ge voel ik mij gedrongen mij-n oprechten daatk te betuigen
aan H.m.de Koningin,Dijne Excellentie den heer Minister van Bin-
nenlandscne Daken en d.en heer Oommiesaris der Koningin dezer
provincie,die mij voor deze benoeminghebben waardig geacht en
voorts aan allen,wier medewerking op eenigerlei wijze aan mijn
benoeming bevorderlijk is geweest.
Aan U,wethouder hens,betuig ik mijn welgemeenaen dank voor de
hartelijke wijze waarop U mij het welkom hebt toegeroepenIk hoop,
dat Uw wenschen en verwachtingen volkomen bewaarheid mogen worden.
Ik ontveins mij geenszinsmijne Heeren,dat de taak welke mij hier
wacht gemakkelijk is,verre van daat.hebben zien in het algemeen
ue oemoeiingen,zorgen en nooaen aer puDliexrechtelijke lichamen
na de bevrijding enorm uitgebreid,in hoeveel ergere mate ie dit
niet in een gemeente als deze,weike zoo onbarmhartig onder net
oorlogsgeweld heelt geleden. .Ik hoop,.dat mijn bescheiden krachten
mogen meehelpen om deze gemeente aoor de teistering weder naar
welvaart en geluk te brengen.
Deen gebeurtenis is belangrijker in net bestaan eener gemeente
dan de benoemingvan een nieuwen Burgemeesteromdat voor een onbe-
paalden tijd het lot dergemeente nauw wordt verbonden aan den per
soon en de bekwaamheden,vanden nieuwen functionarisWellicht dat
mijn bijna een halve menseaenleeftijd lange ambtelijke loopbaan
oi«i de meening heeft doen postvatten,dat net burgemeesterschap
