8-10-19^6 gi Wat betreft zijn propaganda voor het zeebad "de Duintjes" verklaart de heer Verswijver er trots op te gaan niet alleern dit zeebad, maar ook de "Duintjes" aan de Putsche weh, het vliegveld "de Eendenkooi" en het "Zwarte Ven" te hebben gepropageerd als objecten van werkverschaffing, waardoor aan de groote nooden onder de arbeiders in dien tijd eenlgs- zlns werd tegemoetgekomen. Niet ik, zoo-zegt spreker, maar degenen, die de ontwikkeling van het zeebad hebben tegengewerkt en de sloopers heb ben aan de gemeente Woensdrecht de hieruit gevolgde financiële schade toegebracht. Het monopolie der bezorgdheid bezitten wij niet en wenschen wij ook niet te bezitten, want onze bezorgdheid gaat niet uiit naar de welge- scelden, maar alleen naar de arbeiders, die slecht zijn gehuisvest en van alles tekort komen. De heer Verswijver verklaart nadrukkelijk de volle verantwoordelijkheid voor de inhoud van zijn verkiezingspamflet op zich te nemen. Op de uitlating van. den heer Jacobs over hem als voorzitter van de R.K. Arbeidersbeweging antwoordt de heer Verswijver dat hij 15 jaar deel uitmaakt van het bestuur dezer beweging en trots te zijn op de eenheid van het roomsch-katholieke volk in al die jaren. Dit was niet naar de zin van lijst 1 en daarom is getracht op de hlerbovenuiteengezette wijze deze eenheid uiteen te rukken. De neer Jacobs antwoordt, dat het geen zin heeft verder op deze aan- gelegenheid in te gaan. Hij had gaarne gezien, dat de heer Verswijver in zijn zoo juist gehoudenrede had vastgehouden aan zijn beginsel van ïecht en bekend had, dat hij elk middel heeft aangewend om zi jn doel te bereiken. Hij spreekt de hoop uit, dat de heer Verswijver zich in de toekomst.beginselvast zal toonen. hat uscre.1. t het leggen van een keiweg tot aan de woning van den heer oerakensantwoordt de heer Rens, dat de weg daar ter plaatse heel slecht was en deze beter in orde kon worden gebracht met kelen, dan met duure steenpuin. De Voorzitter hoopt, dat de goede harmonie tusschen de leden van de raad bewaard zal blijven en zij eensgezind zullen samenwerken in het

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1946 | | pagina 39