83
n
eid
.K,
8-10-19^6
overgangsperiode gevoerd.
Om zich te ontdoen van enkele concurrenten voor de vervulling van een
wethouderszetel in de tijdelijke raad, waaronder ook Verswijver, werd
den heer van Elzakker, voorzitter van de dorpscommissie, in de arm
genomen. Deze heer van Elzakker had reeds tijdens de bezetting gepro
beerd om een aanstelling als 3e ambtenaar ter secretarie te krijgen,
wat echter niet gelukte, daar de Edelachtbare Heer Burgemeester van
der Meulen den heer van Boesschoten, volontair ter secretarie, die
tijdens de bezetting geen aanstelling kon krijgen wegens het niet ver'
vullen van de arbeidsdienstplicht, zoodra dit mogelijk was wilde be
noemen. Om deze reden werd de heer van der Meulen er na de bevrijding
dan ook direct uitgewerkt. De heer Kramer, met wien van Elzakker
tijdens de bezetting had samengewerkt, werd waarnemend burgemeester.
Nu was voor van Elzakker de kans gekomen. Door den heer Kramer werd
hij als 3e ambtenaar voorgedragen, maar noch hij, Verswijver, noch de
heer Overbeeke steunden dit voorstel, waarom deze aangelegenheid In
dagen werd uitgesteld. Eenige dagen later werd hij op het postkantoor
ontboden, waar aanwezig waren de heeren van Opdorp, postmeester, en
Gro£fen, onderwijzer. Hem werd medegedeeld, dat alle ambtenaren en ook
de wethouders door de dorpscommissie moesten worden gehoord. Zij wisten
echter wel dat hij altijd anti-Duitsch geweest was en zouden daarom
een goed rapport over hem uitbrengen. Hij zeide echter geen prijs te sti
stellen op een rapport van hen; wel op een rapport van de dorpscommis
sie, indien hij door deze commissie gehoord werd. Hierop werd hem ge
adviseerd de benoeming van den heer van Elzakker te steunen, daar
anders een slecht rapport over hem zou worden uitgebracht. Noch de
heer Kramer, noch de heer Overbeeke, noch hij hebben deze benoeming
gesteund. Maar door de ntijdelijken raad werd de heer van Elzakker,
tegen wien door het Woensdrechtsche volk meer dan 20 onderteekende
rapporten werden uitgebracht, benoemd. Om dat te kunnen beréiken moest
de heer Jacobs de steun hebben van den geheelen raad. Daarom kreeg de
heer oerkens een keiweg tot aan zijn woning en werd de heer van de
Laak administrateur van de Hark en later bode-schrijver ter secretarie.
de
c
iet
*g»
die
b-
e
te