14 - 11 - 1945. u
De heer Tummerd zegt dat het geen prettige taak is als derde man
het vro ord te moeten voeren.^ig oudste lid vanden Raad voelt hij
zich echter verplicht ook eenigr woorden van gelukwensch en dank
aan het adres van den Voorzitter te moeten richten.Hij merkt op,
dat de naam van den heer Kramer hier nog iang uitgesproken zal
worden.Ieder weldenkend raensch zal waardeeren wat door den Voor
zitter in het afgeloopen jaar is gepresteerd.Het is voor hem aan
genaam deze woorden van waardeering te mogen uitspreken.
De heer Moerkens,in zijne hoedanigheid als afgevaardigde der ar
beiders dankt den Voorzitter voor al hetgeen deze in het belang
der arbeiders,in het bijzonder tijdens de bezetting,heeft gedaan.
Hij herinnert aan diens onvermoeid pogen om soveel mogelijk ar
beiders thuis te houden uit Duitschiand.
De heer van Ginneken zegt aan den lof,die den Voorzitter van ver
schillende zijden is toegezwaaid,gaarne den zijne toe te voegen.
Hij vraagt den Voorzitter verlof van deze gelegenheid gebruik te
mogen maken tot het stellen van vragen,waarop de Voorzitter beves
tigend antwoordt.
Hij vraagt dan of het juist is dat door Burgemeester en Wethouders
tot derde ambtenaar ter secretarie is benoemd, de heer van Elzakker.
De Voorzitter antwoordtdat een benoeming nog niet heeft plaats
gehad.; wel is deze op de secretarie tewerkgesteld.
Vervolgens woedt het woord gevoerd door den heer Ver laan, commandant
van het Interneeringsk&mp in deze gemeente,die den.Voorzitter dank
brengt voor zijn bemoeiingen in zake het kamp.Hij doet tevens een
beroep op den loco-burgemeester om diens verderen steun en mede
werking.
Ten slotte spreekt de waarn.burgemeester van Bergen op Zoom namens
de burgemeesters van het Markiezaat.Deze merkt op den heer Kramer
steeds graag ontvangen te hebben.Hij zegt hem te hebben leeren
kennen ais een harde werker met een breed sociaal hart en bovenal
strikt rechtvaardig.Hij heeft zich meermalen afgevraagd hoe het