I •utóTR tooi b :t cc1 Ljv n van nun. TTem: nucrio vojT -u \.i; .Via^ 'v ;r. n. ,vr "n Urn -f nr- :'T..u °-e vraag willen stellen, of hem iets bekend is van de prijzen waartegen gekocht is Zoo niet, dan blijkt, dunkt mij, over duidelijk, datbedoelde bewering geheel en al uit de lucht is gegrepen. /y Ik kan daarentegen de plechtige verzekering geven, dat bij de keuze van leverancier louter en alleen het gemeentebelang heeft voorgezeten en dat bedoelde familierelatie tusschen wethouder» en ontvanger daarbij niet de minste invloed heeft gehad. Burgemeester en wethouders hebben daar gekocht, waar zij - ook uit ondervinding - meenden het beste en goedkoopste te kunnen slagen. Ik kan daaraan nog toevoegen, dat vooraf door mij persoon lijk nog bij enkele andere firma's is geinformeerd. 2e. Van een fout van den architect is Burgemeester en wet houders tot dusver nog niets gebleken. De bouw is geheel volgens teekening uitgevoerd, dus ook wat betreft het naar buiten draaien van de deuren. Inderdaad moet worden toegegeven, dat het entree minder gelukkig is geslaagd; de gang op zichzelf is echter meer dan voldoende breed. Bij de uitwerking der plannen had echter de architect rekening te houden met het beschikbare crediet. 't Is achteraf gemakkelijk om critiek uit te oefenen en zeker wanneer het verbouwingen betreft. Waarom heeft de heer Daverveldt zijn stem niet eens laten hooren, toen de plannen aan den raad zijn voorgelegd, dan had daar toen rekening mede kunnen worden gehouden.2 Afbrekende critiek is o zoo gemakkelijk, maar "opbouwende critiek", geachte heer Daverveldt, is heel wat moeilijker. Wanneer dit overigens de eenige aanmerking is, welke op den bouw te maken is, dan kan de architect tevreden zijn. Ook van andere zijde is nog geen enkele opmerking gemaakt en is men, ook van meer deskundige zijde, algemeen vol lof over hetgeen de architect hier heeft gewrocht. Burgemeester en wethouders kunnen zich hierbij ten volle aansluiten. 3e. Zooals de heer Daverveldt als oud-wethouder zeer zeker "bekend is of althans bekend moest zijn, berust de bevoegdheid "tot benoeming en ontslag van het secretarie-personeel ingevol ge artikel 209 der Gemeentewet bij burgemeester en wethouders, en die betreffende aanstelling van een waarnemend ontvanger ingevolge artikel 13 van diens Instructie - bij den ontvanger zelf, onder goedkeuring van burgemeester en wethouders. De heer Daverveldt kan er gerust op zijn, dat burgemeester ea wethouders alleen hen benoemen, die hun het meest geschikt voorkomen.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1941 | | pagina 32