Wethouders T?.°r ^et schrijven van cTaji Heer Go der ie voor .kennisgeving. 3e. aansteiling van een tijdelijk ambtenaar ter secretarie. 3e heer Daverveldt zegt vernomen te hebben, dat het "Merendeel der meubels voor het gemeentehuis geleverd is door ':ïl zwager van den gemeente-ontvangerterwijl aan firma's uit deze gemeente geen offerte is gevraagd. Hij vindt dit uiet juist en meent dat wethouder Overbeeke, schoonvader van 3en gemeente-ontvanger, hieraan zeker niet had mogen meewerk- en> wijl hij op die manier meer het familiebelang dan het ge meentebelang behartigt. Betreffende de verbouwing van het gemeentehuis wijst hij er °P van verschillende zijden klachten te hebben gehoord over den moeilijken entree doordat de deuren naar buiten draaien. Hij beschouwt dit als een fout van den architect, waarom hij zou willen voorstellen ter plaatse een platform te maken en de kosten hiervan op den architect te verhalen. Tot slot spreekt hij als zijn meening uit, dat voor de benoe ming van een tijdelijk ambtenaar ter secretarie een kracht uit deze gemeente aangesteld had kunnen worden, ofwel had men den volontair ter secretarie als zoodanig kunnen benoemen. Be Voorzitter beantwoordt deze vragen als volgt: le. Hoewel in de vorige vergadering door mij reeds duidelijk uiteengezet is, waarom het meubilair voor het gemeentehuis gedeeltelijk elders moest worden gekocht, blijkt thans dat de heer Baverveldt met deze uiteenzetting toch nog niet geheel en al is voldaan. Be heer Baverveldt beweert, dat ik in de vorige vergadering" zou hebben gezegd, dat Burgemeester en wethouders slechts dè.n met de belangen der ingezetenen rekening zullen houden, wanneer deze geen cent duurder zijn dan firma's van elders. Bit is niet juist; ik zou hiervoor zonder meer willen ver wijzen naar de notulen, waarin WOORBEBIJZ is weergegeven,wat door mij is gezegd. Vervolgens zouden volgens, den heer Baverveldt groote be stellingen aan meubilair zijn gedaan bij een zwager van den ontvanger In dit verband wil ik opmerken, dat burgemeester en wet houders zich volledig bevoegd achten daar te koopen, waar zulks het meest in het belang van de gemeente wordt geacht, ra»a.w.' de keuze van leverancier behoort geheel tot de bevoegd heid van Burgemeester en wethouders. Zou de raad bij de be- sohikbaarstelling van het crediet als haar wensch hebben ken baar gemaakt, dat een bepaalde firma of bepaalde plaats "behoorde te worden uitgesloten, dan hadden Burgemeester en wethouders hiermede rekening kunnen houden. Be opmerking, dat een der wethouders meer het familiebelang dan het gemeentebelang heeft behartigd, is een unfaire insi- nuatie, welke eiken grond mist. Ik zou den heer Baverveldt 'l-.'-T'-r -:j- ;-v ,;i - ^.vrTf --T-

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1941 | | pagina 31