27 - 10 - 1939. J'Q1
1. J.B.Hussaarts. 2. p.de Vreng.
Tot stemming overgaande worden jiitgebracht 8 stemmen,waarvan
8 op den heer J.B.Hussaarts,die op een desbetreffende vraag
van den Voorzitter verklaart de benoeming te a-anvaardaa
XIV. BENOEM !G VOORZITTEF EN LEDEN DER COILIISSIE VAN TOE
ZICHT OP DE WERKVERSCHAFFING EN ONTGINNI 'GEN
Aftredende zijn: de BurgemeesterOverbeeke,J.B.Verdwijver,
A.ae Crom en Alph.van Zunderd.
De Voorzitter geeft in overweging de heeren Overbeeke en
Verswijverwegens hun benoeming tot wethoucer,niet meer als
lid dezer commissie aan te wijzen,wijl het welhaast vanzelf
poreektdat deze heeren hierin nog bezwaerlijK ziuuin,^
kunnen nemen.
Op voorstel van den heer Goris wordt besloten den heer
Burgemeester en de neeren A.de Crom en Mph.van Zunderd
bij acclamatie te herbenoemen,terwijl voor de vacatures
Overbeeke en Verswijver tot stemming wordt overgegaan.
Bij de eerste stemming y?rkrijgen de heeren de Crom en
Kramer 2 stemmen,de heeren van Ginneken,Goris en Kussaarts
1 stem,terwijl 1 stem blanco is uitgebracht.
Bij de tweede vrije stemming verkrijgt de heer Kramer 3
stemmen,de heer van Ginneken 2 stemmen,de heeren Hussaarts
en de Crom 1 stem en 1 stem blanco.
Bi 1 de herstemming tusschen de heeren Kramer en van Ginneken
verkrijgt de heer Kramer 6 stemmen,de heer van Ginneken 1
stem en 1 stem blancozoodat de heer Kramer tot lid dezer
commissie is benoemd.
Voor de volgende vacature verkrijgt bij de eerste stemming
de heer van Ginneken 5 stemmen,de heer Hussaarts 2 stemmen
en 1 blanco, zoodat de heer van Ginneken tot lid dezer
commissie is benoemd.
Op een desbetreffende vraag van den Voorzitter verklaren
de heeren Kramer en van Ginneken hunne benoeming te aan
vaarden