3-3-1938-
t O
Lager Onderwijswet 1920).
Zonder hoofdelijke stemming wordt het bedrag van dit voorschot
vastgesteld op f.5>13 Per teerling.
VIT. VOORSTEL VAN BURGEHEÉSTER EN WETHOUDERS TOT VASTSTELLI .0
DER VERGOEDING AAN DE BIJZONDERE SCHOLEN VOOR DE EXPLOITATIE
KOSTEN OVER HET JAAR 1936. (art.l03,he lid Lager Onderwijswet
1920).
Zoneter hoofdelijke stemming worden de exploitatiekosten over
1936 vastgesteld op f«5>3® per leerling.
VIII. BENOEMING LID VAN HET BURGERLIJK ARMBESTUUR WEGENS HET
NIET AANNEMEN DER BENOEMING DOOR EUG.JANSEN.
De door het burgerlijk armbestuur ingediende voordracht luidt:
1. Alph.vanZunderd (aftredend). 2. Dominicus de Vreng.
De Voorzitter doet voorlezing van een schrijven van den Voor
zitter van het Burgerlijk armbest uurwaarbij deze aandringt; op
herbenoeming van den heer Alph.van Zunderd.
De Voorzitter zegt hieraan niet veel te hebben toe te-voegen,
wijl de Voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur ten volle
bevoegd is de capaciteiten van den heer van Zunderd te beoor-
deelen.Hij spreekt de hoop uit,dat de heeren zich goed zullen
beraden en hun stem naar eer'en geweten zullen uitbrengen.
De heer Versü jver merkt op,dat enkele jaren geleden op verzoek
van het R.K.Werkliedenverbond een vertegenwoordiger dier
organisatie in het burgerlijk armbestuur is benoemd.Daarom
zou spreker thans ook gaarne gezien hebben,dat de beide voor-
edragen candidaten lid van het R.K.Werkliedenverbond waren.
In dit verband vraagt hij,of deze voordracht bindend is.^oo
neen,dan zou hij willen verzoeken deze naar het burgerlijk
armbestuur te renvoyeeren,ten einde daarop alsnog 2 R.K.geor
ganiseerde arbeiders te plaatsen.Overigens spreekt hij de
hoop uit,dat de heer ^an Zunderd zal worden benoemd.
De Voorzitter zegt,dat deze voordracht bindend is; hij geeft
in overweging thans tot benoeming over te gaan..
Tot stemopnemers worden benoemd de heeren Goris en Overbeeke.