21-5-1837. 23 De heer Verswijver bespreekt het plaatsen aan de werkver schaffing van een hoofd van het gezin, waarvan de moeder lijdende is aan t.b.c. Spreker vraagt dezen persoon regel matig in de steun op te nemen, zoodat hij alsdan meer in de gelegenheid zal zijn, om zijn vrouw te verplegen, hetgeen thsan3, nu de vader in de werkverschaffing is geplaatst, dooï een der kinderen moet geschieden. De voorzitter is van meening, dat deze aangelegenheid niet in den raad thui3 behoort en zou daarom den heer Verswij ver in overweging willen geven zich terzake tot hem, burge meester, of tot burgemeester en wethouders te wanden. De heer Verswij ver zegt gehoord te hebben, dat een der veldwachters vrij watergebruik heeft, terwijl dé andere dit zelf moet betalen. Spreker vraagt beiden gelijk te stellen. De voorzitter antwoordt, dat dit inderdaad vroeger zoo geweest is, doch dat hierin door burgemeester en wethouders inmiddels verandering is gebracht. De heer Kostermans bespreekt het weigeren der bouwvergun ning voor de woning, eertijds bewoond doer A. Blompen, waarbij hij wijst op het meermalen veranderen der teekenin- gen, hetwelk voor de aanvragers vele kosten medebrengt. De voorzitter zegt, dat, hoewel deze aangelegenheid feite lijk behoort tot de competentie van burgemeester en wethou ders, hij wel enkele mededeal insrsn terzake wil doen. Aan vankelijk werd voor bedoelde woning een schetsmatig plan zonder omschrijving ingediend, met welk plan het Bouw-, woning- en Welstandstoezicht zich in principp wel kon vereenigen. Nadien werd de officieele aanvraag met de daar bij behoorende t3ekeningen en omschrijvingen ontvangen. 3ij onderzoek daarvan bleek echter, dat de muren en funda menten niet in orde waren, waarom dan ook geen bouwvergun ning kon worden verleend. De heer Hussaarts vraagt, of al iets bekend is van de besprekingen in den Haag omtrent het

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1937 | | pagina 44