I8-3-1936. noodige stappen in deze te zullen doen. Na ampele discussie wordt het voorstel van den heer Hussaarts zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De heer van de Laak zegtdat geruchten de ronde doen,dat de opzichter-voorwerker bij de werkverschaffing door toedoen van den Voorzitter is ontslagen.Hij merkt op,dat een onderwijzer dezer gemeente hem verzocht heeft ever deze aangelegenheid een interpellatie te houdenSpreker zegt in deze gaarne eenige nadere inlichtingen te ontvangen. De Voorzitter zegt ten sterkste tegen deze uitlating te moeten protesteeren,wijl het ontslag van den opzichter-voorwerker van Zunderd noch door spreker,noch door het Dagelijksch Bestuur is bewerkstelligd,doch dit is geschied in overleg en op voor stel van de Heide Maatschappijwijl de hoofdopzichter dier instelling het in dienst houden van een tweeden opzichter in verband met geringe aantal tewerkgestelden (M-0) overbodig achtte.Het belang der gemeente eischte derhalve,dat de voor werker werd ontslagen.Het zegt het verder te betreuren,dat hem den naam van den onderwijzer die dergelijke praatjesin de wereld zendt,niet bekend is.Spreker zal echter in deze een onderzoek instellen. De heer Verswijver stelt het op prijs,dat de Voorzitter zijn afkeuring uitspreekt over dergelijke uitlatingen.Hij merkt op, dat het ierdereen duidelijk zal zijn,dat den Voorzitter in deze niets verweten kan worden.Waar in deze vergadering ge sproken is over een onderwijzer die zich over deze aangelegen heid heeft uitgelaten,zegt hij brieven gelezen te hebben van een onderwijzer,waarin deze den arbeiders met ontslag dreigt, indien deze niet dezelfde politiek voeren als hij.Spreker stelt de vraag,of er bij den Inspecteur van het Lager Onderwijs geen stappen gedaan kunnen worden de gemeente van een dergelijken onderwijzer te ontlasten. De Voorzitter zegt toe deze zaak grondig te oderzoeken,waarbij hij op de medewerking hoopt van die leden van den Raad,die den

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1936 | | pagina 10