1
mid ihxo
22-10-1935-
VERORDENING OP DE INVORDERING VAN OPCENTEN OP DE HOOFDSOM DER
GEMEENTEFONDSBELASTING IN DE GEMEENTE WOENSDRECHT.
Artikel 1.
De invordering der opcenten op de hoofdsom der gemeentefonds-
belasting geschiedt overeenkomstig artikel 296 der gemeentewet.
Artikel 2.
De thans geldende verordening op de invordering van opcenten
op de hoofdsom der gemeentefondsbelasting wordt met 1 Mei 193&
ingetrokken.
Zij blijft van kracht ten aanzien van belastingjaren,welke vóór
dien datum zijn geëindigd.
IV. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT GOEDKEURING
DER BEGROOTING VAN HET BURGERLIJK ARMBESTUUR DIENST 1936.
De Voorzitter doet voorlezing der desbetreffendegedeelten uit
beide rapporten,luidende als volgt:
Uwe geheele commissie is vol lof over de wijze,waarop de zaken
van het Burgerlijk Armbestuur worden afgewikkeld,te meer nog,
omdat door den Voorzitter steeds overleg wordt gepleegd met de
R.K.instellingen van weldadigheid,hetgeen blijk# uit het armen
bezoek dat stationnair plaats heeft.
Gevraagd werd,of er eindelijk geen eind dient gemaakt te worden
aan hethouden der vergaderingen in eene verlofslocaliteit en
of het niet juist zou zijn die vergaderingen van dat bestuur
te doen plaats hebben op het gemeentehuis,terwijl anderzijds
werd opgemerk#dat tijdens de vergaderingen geen publiek in
die localiteit werd toegelaten.
Uwe commissie kon er zich mede vereenigen,dat op deze begrooting
een post is uitgetrokken ad f.200,- voor bedeeling door den
Voorzitter van' z.g.stille armen,omdat deze lieden ook in deze
gemeente voorkomenterwijl omtrent dergelijke gedane bedeelingen
geen verantwoording schuldig is aan het geheele bestuur en er
alsdan geen ruchtbaarheid aan zei gegeven worden,hetwelk dik
wijls zoo in het maatschappelijk belang dier stille armen is.
Ay