m
22-1-1935. U3J
De heer Verswijver zet uiteen,dat het verkeerd is het particu
liere bedrijf uit te sluiten.Doen alle gemeenten,zooals hier
wordt voorgesteld,alsdan zal de werkloosheid nooit worden op
gelost. Hij acht het absoluut verkeerd,dat op deze wijze de
menschen maar steeds bij de werkverschaffing worden gehouden.
De Voorzitter antwoordtdat voor het uitvoeren dezer werken
een crediet noodig is,hetwelk door den Minister moet worden
ge saneti onne erdHi j verwacht,dat in den Haag,in verband met
het groot aantal werkloozen,aandrang zal uitgeoefend worden
om dit werk met derkloozen uit te voeren.
De heer Verswijver merkt op,dat de firma van Dijk-Petit Ver
schillende arbeiders dezer gemeente in dienst heeft.Hij be
spreekt de mogelijkheid,dat bij niet gunning dezer werkzaam
heden mogelijk eenige menschen zullen moeten worden ontslagen,
die alsdan aan de werkverschaffing zullen moeten worden ge
plaatst
Wethouder Moors verklaart zich gedeeltelijk acco&rd met het
gesprokene door den heer Verswijver.Ook spreker vindt het
verkeerd,dat het particuliere bedrijf in deze wordt gedrukt.
Bovendien maakt men zich belachelijk,wanneer men na een ge-
houd en aanbesteding het werk aan een buitenstaander gunt.
De Voorzitter zegt steeds voor uitvoering door de Heide Maat
schappij te zijn geweestomdat daardoor aan de werklbozen
werk wordt gegeven.
De heer Öaverveldt zeS"t dezelfde meening te zijn toegedaan
als de heer Moors.Spreker zegtdatindien hij alles zoo van
tevoren had geweten,ook hij voor uitvoering ineigen beheer
zou zijn geweest.Nu er echter een aanbesteding is gehouden,
vindt hij het redelijk,dat het werk aan den laagsten inschrijver
wordt gegund.
Wethouder Rens zegt er geen nadeel in te zien dit werk door
eenpprticuliere maatschappij te doen uitvoeren.HiJ merkt op,
dat het verleden heeft geleerd,dat de begrootingen der Heide
Maatschappij bijna steeds worden overschreden.Hij verwacht,