17-7-1935- 182,2 f/ schaffing meerdere malen tot de werkloozen het verwijt richten, dat zij te lui zijn om te werken? De Voorzitter zegt hierop moeilijk te kunnen antwoorden,wijl de uitvoerders met de leiding van het werk zijn belast. 3.. Is het den Voorzitter "bekend,dat het is voorgevallen,dat het werk te laag aan de werkloozen werd aai besteed,zoodat deze geen voldoend loon konden verdienen.Ten bewijze hiervan moge strekken,dat het werk nadien voor een hoogeren prijs werd aanbesteed. De Voorzitter antwoordt.dat klachten omtrent loonkwesties bij den Inspecteur moeten worden ingediend. K. Is het den Voorzitter bekend,dat werkloozen,die een geheele week aan de werkverschaffing hadden gewerkt,geen loon ont vingen, omdat de uitvoerders deze personen niet hadden gezien? De Voorzitter antwoordtdat men zich hieromtrent tot den In specteur fteeft te wenden. 3. Is het den Voorzitter bekend,dat door den opzichter ver keerde opmetingen van het werk zijn gedaan,waardoor de werk loozen te weinig loon ontvingen.Bij het bezoek van een controleur hebben nieuwe opmetingen plaats gehad,waarbij is gebleken,dat de oorspronkelijke opmetingen foutief waren? De Voorzitter antwoordtdat men zich hieromtrent tot den In specteur der werkverschaffing heeft te wenden. 6. Heeftde opzichter der bevoegdheid mij den toegang tot de werkverschaffing te ontzeggen? Spreker licht deze vraag verder toe en zegt,dat zoolang hij met een anderen bezoeker stond te praten,de opzichter hen on gemoeid liet,doch zoodra deze persoon zich verwijderd had,som meerde de opzichter spreker het terrein te verlaten. De Voorzitter vraagt,of de heer Verswijver zich mogelijk met de tewerkgestelden heeft onderhouden,waarop deze ontkennend antwoordt. Uit de gestelde vragen concludeert de Voorzitter,dat eenige

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1935 | | pagina 44