I D ij 18 - 12 - 193^. bezoek,dat st&ionnair plaats heeft .Een lid Uwer commissie meende,dat het niet Juist is,dat de leden van dat be stuur,gezien het armenbezoekhetwelk stationnair plaats heeft en de vele vergaderingen,welke worden gehouden.zulk een gering presentiegeld genieten.Hierom meende hij te moeten voorstellen het presentie geld met f.75,- te verhoogen.Door een ander lid werd opgemerkt, dat het lidmaatschap van het armbestuurof schoon hij zelf ook vo'. lof is over den tegenwoordigen gang van zaken,een functie is, beoogende het beoefenen van een liefdadig werk,zoodat hiervoor geen meerder presentiegeld moet worden toegekend,vooral niet met het oog op de ongmnstige tijdsomstandigheden.Een ander lid meende hierop niets in het midden te moeten brengen,doch zich als lid van dat bestuur buiten deze aangelegenheid te moeten houden.Hierom werd bepaald deze zaak aan de beslissing van den raad over te laten. Waar de posten dezer begrooting verder geen aanleiding geven beschouwingen te houden,hebben wij de eer U voor te stellen de begrooting vast te stellen,sluitende in ontvangst en in uit gaaf op f. 7675,37. ANTWOORD RAPPORT BURGEMEESTER EN WETHOUDERS/. Met belangstelling heeft Uw college kennis genomen van de mede- deelingen in het begrootingsrapport Uwer commissie,wat betreft het toegepaste armenbezoek,hetwelk Uw college ten zeerste toegs- Juicht,waar dit slechts aan de behoeftigen ten goede kan komen. Uw college meent,dat voor het bijwonen der vergaderingen geen meerder presentiegeld dient te worden toegekend,wijl de werk zaamheden voortvloeiende uit het toekleeden van het lidmaatschap van het Burgerlijk Armbestuur zuiver als liefdadig werk in de Burgerlijke maatschappij dient te worden opgevat.Hoe meer con tact er plaats heeft met het kerkelijk armbestuurhoe beter, waht dat alles zal den goeden gang van zaken bij het burgerlijk armbestuur bevorderen.Uw college mag echter vertrouwen,dat dit armenbezoek zich niet alleen zal uitstrkkken tot de beide dor pen 7/oensdrecht en Hoogerheide,doch ook tot de gehuchten Hei-

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1934 | | pagina 10