OUT J a. het voorbereiden van voorschriften tot vaststelling voor deze gemeente van de voorgeve}.- sn achtergevelrooilijn,als be doeld in artikel 2,respedtievelijk onder a. en b.der Woningwet. b. het voorbereiden van voorschriften,met betrekking tot de plaatsing van woningen en andere gebouwen ten opzichte van elkander en met betrekking tot de hoogte van woningen en andere gebouwen,als bedoeld in art.2,respectievelijk onder c. en d.der Woningwet,voor zoover zulks ten aanzien van de bouwverordening mede voorziening behoeft; o! het voorbereiden van een plan tot vaststelling van voorschrif ten met betrekkigg zoowel tot den aard van de bebouwing als het gebruik van gronden in de bebouwde kom gelegen,als bedoeld in art.43 der Woningwet; d. het voorbereiden der vaststelling van een plan van uitbreiding als bedoeld in art.36,4e lid,juncto art.41 der Wpningwet alsmede bebouwingsvoor schriften,waarin de bestemming van den grond, in het plan van uitbreiding in onderdeelen bepaald,nader wordt omsohreven,bedoeld in art.39 der Woningwet. V. VOORSTEL TOT VASTSTELLING STEUNREGELING. De Voorzitter zegt,dat door de meerderheid van het dagelijksch bestuur de invoering eener steunregeling is besproken,wijt de werkverschaffingsobjeoten niet voldoende zijn om alle werkloozen nog geruimen tijd aan het werk te hoden.Bovendien zijn zij van meening,dat het jtffcoch niet aangaat nog meer waardeloozen grond te koopen.Het ligt in hunne bedoeling in die steunregeling te betrekken de huisgezinnen zonder kinderen en die met kinderen boven de 14 jaar; de overigen zouden aan de werkverschaffing geplaatst kunnen blijven. De heer Daverveldt zegt vroeger ook wel eens een voorstander eener steunregeling te zijn geweest,doch aohteraf is hem gebleken, dat werkverschaffmgg tooh beter is.Hij acht het aankoppen van waardeloozen grond niet noodig,wijl de gemeente zelf nog vol doende objecten voor werkverschaffing heeft.Hij denkt hierbij T3C

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1934 | | pagina 82