29-5-1234. hetwelk voldoende het tegendeel aanwijst,al zegt de heer Moors dan,dat zij niets hehben te doen.Persoonlijkzegt sprekerheeft hij geen bezwaar tegen deze bodediensten,dan tornen de veldwach ters overal,doch de Gouverneur wil dat niet. Methouder Moors zegt,dat er ook wel enkele verbalen van Van Dun bij zullen zijn. De heer Daverveldt verklaart zich tegen de aanstelling van een gemeentebodedoch de benoeming van een controleur voor de werk verschaffing acht hij wel nuttig,ten einde vele bestaande onbil lijkheden uit den weg te ruimen. De heer Vermaat vraagt hoelang de werkverschaffing nog zal duren. Spreker voorziet,dat deze eenmaal zal worden stopgezet en dan zal er geen controleur meer noodig zijn.Hij vraagt,of de Com missaris der Koningin gelast heeft een gemeentebode aan te stellen. Wethouder Rens zegt in de vergadering van Burgemeester en Wet houders een uiteenzetting omttent deze aangelegenheid te hebben gevraagd,doch het daarop gegeven antwoord heeft hem niet bevre digd.Daarom stelt de meerderheid van het College voor nogmaals aan den heer Commissaris der Koningin ontheffing van deze ver bodsbepaling te vragen.De kwestie der beschrijving van de honden- belastihg kan z.i.geheel ondervangen worden door de houders van honden te verplichten zelf de aangifte te doen.Wat de aanstelling van een controleur voor de werkverschaffing betreftmerkt hij op niet te voortvarend te zijn,wijl de werkverschaffing mogelijk niet lang meer zalduren en het salaris van dien ambtenaar ge heel voor rekening der gemeente komt.Komt er na stopzetting der werkverschaffing een steunregeling,alsdan zal er toch een con troleur benoemd moeten worden.In dat salaris zal echter door het Rijk worden bijgedragen.Hij adviseert derhalve thans nog niet tot benoeming van een controleur voor de werkverschaffigg over te gaan. De Voorzitter zegt op goede gronden te mogen aannemen,dat ook in hetxsalaris van een controleur voor de werKverschaxj-ing sub—

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1934 | | pagina 73