Y 29-5-1934. Uitgebracht worden 11 stemmen,waar van 7 op den heer Kamoen,3 op den heer Hopmans en 1 op den heer Overbeeke,zoodat de heer Kamoen tot lid der schattingscommissie is benoemd. X. BESPREKING SCHRIJVEN VAN DEN HEER COMMISSARIS DER KONINGIN d.d.9 FEBRUARI 1934 in zake het verbod van bodediensten. De Voorzitter zegt,dat omtrent deze aangelegenheid de meeningen in het College van Burgemeester en Wethouders uiteen loopen.De meerderheid stelt voor aan den Commissaris der Koningin nogmaals ontheffing te vragen van de verbodsbepaling tot het verrichten van bodediensten door de veldwachtersterwijl de minderheid (de Voorzitter) ermvoor is aan het verlangen van den Commissaris te voldoen.Naar spreker meening kan deze zaak het best opgelost worden door een controleur voor de werkverschaffing aan te stellen,die alsdan tevens de bodediensten kan verrichten en de beschrijving der hondenbelasting kan doen. Een controleur voor de werkverschaffing is z.i.hard noodig,ten einde de geInsinkomsten der tewerkgesi'elden geregeld te contro leeren.Deze persoon,die in het bezit zou moeten zijn van het politiediploma,zou op arbeidscontract kunnen worden aangesteld op een salaris van b.v 60,- per maand,zijnde f.30,- voor de bodediensten en f.30,- voor de werkverschaffing. Deheer Verraaat zegt niet te begrijpendat door den Commissaris der Koningin aan de veldwachters verboden wordt bodediensten te verricht en.Spreker zegt te weten,dat in de gemeente Wouw zulks wel geoorloofd is.Hij zegt zich niet te kunnen vereenigen met de benoeming san een gemeentebodewijl deze diensten slechts zeer gering zijn. Wethouder Moors betreurt het,dat de gemeente,nu zij finantieel er zoo slecht voorstaatvan hoogerhand gedwongen wordt weer uit gaven te doen.Hij merkt op,dat de veldwachters slechts weinig diensten hebben en het derhalve voor hen toch geen bezwaar kan zijn ook enkele bodediensten te doen. De Voorzitter zegt,dat er 218 processen-verbaal gemaakt zijn,

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1934 | | pagina 72