ft i
f
29-5-1934. j,
gelet op de "bepalingen der Gemeentewet;
Besluit
I. Met ingang van 15 Juni 1934 bij de N.V bank voor Nederlandsche
gemeenten te 1 s Gravenhageaan te gaan een geldleening groot
f.15000,- tegen parikoers,rentende 4\jo 's jaars,met een jaaf-
lijksche aflossing van f.1000,-,voor het eerst op 15 Juni
1935,ter bestrijding der kosten voor de werkverschaffing,
(heide-ontginning en het graven van een zwembassin).
IITe bepalen:
a.dat de gemeente de rente in twee halfjaarlijksche termijnen
zal betalen,n.l.op 15 Juni en 15 December van ieder jaar;
b.dat de gemeente zich het recht voorbehoudt deze geldleening
te allen tijde geheel of jaarlijks meer af te lossen van ver
meld sub I; zullende de gemeente alsdan gedurende de eerste
vijf jaar van den looptijd der geldleening,van het evehtueel
meerdere afgeloste bedrag dezer geldleening,1$ vergoeding
moeten betalen;
c.dat voor het afsluiten dezer geldleening de gemeente de zegel-
bosten zal moeten betalen;
d.dat tot dekking der bedragen voor rente en aflossing dezer
geldleening worden aangewezen de gewone en buitengewone in-
kosten dezer gemeente.
V. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER E WETHOUDERS TOT VERHOOGING DER
BESTAANDE REKENING—COURANTOVEREENKOMST MET DE BANK VOOR NEDER
LAND SCHE GEMEENTEN VOOR HET JAAR 1934
In verband met het gebrek aan kasmiddelen,hetwelk in de komende
maanden zal ontstaan,zegt de Voorzitterdat het noodig zal zijn
de bestaande rekening-courantovereenkomst voor de gewone uit
gaven met 1.15000,- te verhoogen en derhalve te brengen op
f.25000,-.
Na voorlezing der desbetreffende memorie van toelichting wordt
hiertoe zonder hoofdelijke stemming besloten.(zie dossier 1934,
NO.13/26 D.)
4