21-3-1934.
Wethouder Mulssu^de rede beantwoordend,dankt den Vooriitter voor
de toegesproken woorden.Hij zegt steeds zoo goed mogelijk zijn
best te hebben gedaan en hij hoopt,dat de fouten,die hij deson
danks toch heeft gemaakt,over het hoofd zullen worden gezien.
Dankbaar memoreert hij de goede verstandhouding,die steeds in
de vergaderingen van het dagelijksch bestuur en in dezen Raad
heeft bestaan en hij hoopt,dat deze goede harmonie ook in de
toekomst mag blijven voortbestaan.
De Voorzi-tter benoemt tot stemopnemers de heeren Daverveldt en
Verswij ver
Tot stemming overgaande worden uitgebracht 10 stemmen,waar van
zes op den heer Rens en vier op den heer Daverveldt,zoodat de
heer Rens tot wethouder is benoemd.
Op een desbetreffende vraag van den Voorzitter of de heer Rens
zijn benoeming aanneemtantwoordt deze bevestigend.
De heer Rens,het «oord vragend,dankt de leden van den Raad voor
het vertrouwen,dat zij in hem hebben gesteld.Hij hoopt de voet
stappen van wethouder Melsen te volgen en de behangen van de
gemeente op de meeste juiste wijze te behartigen.Hij dankt voor
de propaganda,die door den Voorzitter is gevoerd,om hem niet
te benoemen en hoopt verwezenlijkt te zien,dat er nog eens een
goede samenwerking,ook met den Voorzitter,zal tot stand komen.
De Voorzitter zegt hierop verder niet te zullen ingaan,wijl
hij zeer goed weet,wat zich ropd deze aangelegenheid heeft afge
speeld, omdat de heeren het hem zelf zijn komen vertellen.
X. AFDOENING STEUNKWESTIE 1931.
Wethouder Moors merkt op,dat hij geweigerd heeft het op hem ver
haalde aandeel ad 74,67 terug in de gemeentekas te storten,
wijl hij hiertoe niet verplicht is.Hij vindt de houding van den
Voorzitter in deze aangelegenheid niet fideel.Uit het verloop
dezer zaak is naar zijne meening komen vast te staan,dat de Voor
zitter zich tot doel heeft gesteld spn£iker te fnuiken.Hij merkt
op,dat de Burgemeester hem heeft gezegd hoe het besluit tot het