21-3-1934. De Voorzitter kan zich hiermede niet vereenigen.ook in den Raad is steeds aangedrongen op goed politietoezicht,terwijl 100 si garen voor al die politiemannen werkelijk niet teveel is. Het voorstel van den hoer Moors wordt niet ondersteund. OPCENTEN PERSONEELE BELASTING. De nota van aanmerkingen vermeldt hieromtrent,dat aan hoofdsom en opcenten een bedrag behoort te worden geheven gelijk aan driemaal het wettelijk tarief.In verband met de wijziging van den grondslag "biljarten" is het aantal opcenten,dat geheven wordt op de hoofdsom der personeels belasting (200),alsnog voor zooveel noodig op te voeren. De Voorzitter merkt op,dat de grondslag "biljarten" thans 5,- bedraagt,hetgeen eenmindere opbrengst tot gevolg heeft van 495,-.Blij ft deze grondslag onveranderd,alsdan zullen de op centen met 21 moeten worden verhoogd en derhalve gebracht worden op 221 De heer Rens merkt op,dat ondanks verschillende verlagingen van uitgaven de belastingen toch nog moeten worden verhoogdThans staan we weer voor het feit,dat enkele middenstanders zwaarder zullen worden belast. De heer Overbeeke heeft de overtuiging,dat bij verhooging van dezen grondslag alle biljarten zullen worden opgeruimd. Wethouder Moors vindt het bezwaarlijk om enkele middenstanders te treffen.Hij vraagt of het tekort komende bedrag niet gevonden kan worden uit een in te voeren salariskorting. De Voorzitter antwoordtdat alsdan een paar ambtenaren zullen moeten betalen voor de middenstanders.Hij zegt te zullen laten stemmen om den grondslag "biljarten" te bepalen op 20,-, 15^- of 10,-. De heer Rens beaamt de meening van den heer Overbeekedat bij verhooging van deze belasting alle biljarts zullen verdwijnen. Hij bespreekt de mogelijkheid om deze belasting te verhalen op de personen dievan de biljarts gebruik maken,hetgeen in wezen

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1934 | | pagina 55