1
23-11-1934.
knopter vorm kunnen worden gegeten. Hij heeft aanteekeningen gezien
waarin besprekingen waren opgenomen,die niet gevoerd waren.
De Voorzitter bestrijdt de opmerking van den heer üoors,betreffen-
de het samenstellen der notulen.Deze worden door hem altijd met
de grootst mogelijke zorg opgemaakt.
De heer Verswij ver vraagt,waarom de rondvraag indertijd is afge -
schaft.Hij meent,dat de heer Rens vroeger met dat voorstel is ge
komen en hij zou graag willen vernemen,of de heer Rens nu nog teger
de rondvraag is.
De Voorzitter zegt,dat de rondvraag is afgeschaftom ellenlange
discussies van een na-vergadering te voorkomen.Het vragenrecht is
geheel iets anders,dan dit uitbreiden tot discussies. -
De heer Rens merkt op,dat hij indertijd dat voorstel heeft ge- -
daan,om datgene wat de Voorzitter zoo jui3t heeft opgemerkt,te
voorkomen.Thans is hij evenwel van een ander inzicht en hij be
schouwt zijn eertijds gedaan voorstel als een misgreep,
verder voelt de heer Rens zich verplicht,om op de opmerking van
den heer Hussaarts iets dieper in te gaan.Het zou hem aamgenaam
zijn,als de idee van den heer Hussaarts verwezenlijkt werd,Hij
vreest echter,dat zulks nooit beleefd zal worden. Er zijn pogin
gen in het verk gesteld,om hem te belasteren en van leugens te
betichten.Hij weet,dat de politie,na zes uur des avonds,in bur-
gerkleeding naar een plaats is geweest,om een onderzoek in te stel
len naar gezegden van hem,welke hij geuit zou hebben in een café,
alwaar hij zijn boterham had gegeten,Hij vraogt zich af,wat de hee-
ren raadsleden er individueel van zouden zeggen,als zij wisten,
dat zij achtervolgd werden.
r>e Voorzitter zegt, hierop niet veel te zullen zeggen.Datgene,*at
de heer Rens zou verteld hebben,was voor hem aanleiding om een
onderzoek in te stellen,omdat hem was gezegd,dat de heer Rens
hem beleedigd had.Hij volstaat verder met de opmerking,dat hij
door niemand wenscht beleedigd te worden,hij beleedigd ook nie
mand.
pa heer Vermaat is het met den heer %pns eens.Hij vindt,dat de