ftYïvu-1*-
I
09^
26-10-1934
De heer Daverveldt zegt,dat hij in deze geen voorstel wenscht te
doen,omdat hij verschillende personen gesproken heeft uit '"'oens-
drecht,Huijbergen en Putte,die tegen iedere samenvoeging van ge
meenten gekant zijn.Hierom meent hij,dat het beter is deze zaak
maar niet verder aan te snijden en alles aan de hooprere autoritei
ten over te laten.
De Voorzitter merkt op,dat hij uit den aard der zaak hierover ver
der geen enkele inlichting kan verstrekken.
Niets meer te behandelen zijnde en niemand meer het woord verlan
gende, sluic de Voorzitter de vergadering.
Aldus opgemaakt te Woensdrecht den 26en October 1934.
DE VOORZITTER,
ifËTHÓUDERT