26-10-1934
aan het Rijk 9000,- meer zal kosten,dan wanneer dit door parties
lieren wordt uitgevoerd.Hij tweifelt er niet aan,wanneer dit alles
voldoende wordt uiteengezetdat subsidie zal werden toegekendwij 1
dit toch ook een voordeel voor het Rijk meebrengtKaar zijne mee—
ning zal de Regeeriner geen bezwaar maken tegen het uitbetalen van
een loon ad 25 cent per uur.Spreker stelt voor bij den Minister
de noodige stappen te doen,ten einde voor dit werk,bij particulie
re uitvoering, subsidie te verkrijgen.
De Voorzitterde rede van den Heer Rens beantwoordend,beaamtdat het
optreden var. den opzichter niet geheel juist is geweest.Het ia
spreker echter bekend,dat hij hiervoor van zijn superieuren ook
een opmerking heeft gekregen.Hij merkt op,dat de geprojeeteerden
weg een beetje langer is gemaakt dan oorspronkelijk ia bepaald,
waardoor mogelijk de deklaag een mindere dikte heeft dan eerst
was voorgeschreven.Hij bestrijdt de meening van wethouder Rens
dat het werk bij particuliere uitvoering goedkooper is dan wan
neer het door de Heide Maatschappij wordt gemaakt,wijl de Heide
Maatschappij 40 werkloozen kan plaatsen en de particuliere Maat -
schappij slechts 12,terwijl bovendien bij een particuliere uit
voering geen Rijkssubsidie zal worden verkregenSpreker zegt,dat
dit werk is opgezet als werkverschaffing en dat het bij hem er
derhalve om gaat de menschen zoo lang mogelijk aan den gang te
houden.Mocht de Raad de voorkeur geven aan een particuliere uit-
voering,alsdan zegt hij er voer te zijn bij meerdere aannemers
offerte te vragen er. het alsdan aan den goedkoopste te gunnen.Hij
wijst er nog op,dat het niet billijk ia aan de werkverschaffing
een leen uit te betalen van 0,22 per uur en bij het maken van
dezen weg,hetwelk toch ook als werkverschaffing is bedoeld,/ 0,25
per uur uit te betalen.
Wethouder Moors zet uiteen,dat een particuliere uitvoering,ook
al komen de kosten van een opzichter dan voor rekening van de ge
meente, nog goedkooper zal zijn,dan wanneer het werk wordt gemaakt
doorde Heide MaatschappijIn verband met de opmerking van den heer
Huasaarts,dat de Heide Maatschappij hare begrootingen steeds zeer