lift 26-10-1934 04 werd ingewilligd,terwijl Wethouder Moors op mijn verzoek meeging. Op den verharden weg gekomen zijnde werd door beide Wethouders een onderzoek ingesteld naar de dikte van de verharding op de vlijlaag, waarbij werd geconstateerd,dat ook daar werkelijk niet meer dan 10 c.m. aanwezig was,waarmede dan de zaak a^ivas. Verder op het werk gekomen zijnde keerde Wethouder Moors huis waarts en kwam de opzichter Hoendervangers in het gezel schap.Wel licht verkeerd ingelichtbegint deze op een minderwaardige wijze een geheel vreemd verhaal te ontplooien,waar niet door den Burge meester noch door mij een antwoord op werd gegevenHierbij kreeg ik den indruk,dat het te kennen geven van mijn meening in de ver gadering van Burgemeester en Wethouders niet in goede aarde was ge vallen. De opzichter gaf daarbij als zijn bezwaar te kennen,dat hij vernomen had,dat achter zijn rug om in den nacht het werk werd be zocht, dat er geen klachten of afkeuringen moesten inmomen wanneer het werk klaar was,doch dat deze ingediend moeten worden vóór dat het werk klaar wa3. Hij gaf te kennen,dat hij den weg had doen maken,zoo het hem was op gelegd, waarover dan ook geen enkele opmerking is gemaakt,dat er o- veral voldoende materiaal was ingewerkt,maar dat er veel op gerold was,waardoor de verharding zoo ver was ingedruktjdat ze niet moe ten komen in den nacht als hij het niet ziet,of dat ze 't anders maar moeten laten weten,dan 2al hij ze met een hout de hersenen inslaan,wie het ook is. Het eerste onderzoek gaf een dikte aan van 10 c.m.,doch hiervoor had de op2ichter een verschooning die aanneembaar was,waarna elders een tweede onderzoek werd ingesteld,waar volgens de opzichter meer dekking aanwezig zou zijn,ook dit onderzoek staafde het gezegde van den opzichter niet. De wij2e en manier van optreden in deze heeft mij genoopt,in het belang van de veiligheid,alsmede in het belang der gemeente-finan- cien er dieper op in te gaan. Ik zou op de eerste plaats willen vragen,mag het publiek van een weg,niet afgesloten,doch die in den vorm van werkverschaffing on-

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1934 | | pagina 130