2? -9-1934.
Wordt besloten dit stuk voor kennisgeving aan te nemen.
III. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AFLEGGEN
VAN EEN VERKLARING ALS BEDOELD IN ART.5, EERSTE LID DER ™ET VAN
2? JUNI 1934,TOT WIJZIGING DER WINKELSLUITINGSWET.
De Voorzitter deelt mede,dat de Wet van 27 Juli 1934,Stbl.No.
450,de mogelijkheid schept tot verruiming van verkoopgelegenheid
op Zondagen voor een vijftal categorieën van winkels.De belang
hebbende winkeliers zijn hierover gehoord en allen verklaren
zich voor verruiming van verkoopgelegenheidIn verband hiermede
stellen Burgemeester en Wethouders voor de verklaring als be
doeld in art5,eerste,tweede en derde lid van bovengenoemde wet
ai te leggen,ten einde te trachten een meerdere openstelling
derwinkels op Zondagen te verkrij gen.Waar het morgen de laatste
dag is,zal deze verklaring nu moeten worden afgelegd.
De volgende verklaring wordt hierna zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld:
DE RAAD DER GEMEENTE WOENSDRECHT}
Overwegende,dat het v»r deze gemeente wenschelijk is gebruik te
maken van de bevoegdheid volgens het bepaalde in artikel 5,eerste
en tweede lid,der wet van 27 Juli 1934,StblNo450;
Overwegendedat belanghebbenden uit de betrokken bedrijven ter
voldoening aan het bepaalde in het derde lid van genoemd artikel
hieromtrent zijn gehoord en een behoorlijke meerderheid der ge
raadpleegde winkeliers voor de toepassing der regeling is;
Verklaart
van oordeel te zijn,dat de tegenwoordige buitengewone omstandig
heden aanleiding geven tot toepassing van al het bepaalde in
artikel 4,eerste lid,der Wet van 27 Juli 1934,stblNo450,ten
aanzien van:
a. winkels,waar uitsluitend of in hoofdzaak fruit ten verkoop
in voorraad is;
b_. winkels, waar uitsluitend of in hoofdzaak een of meer der
navolgende waren: brood,banket, suikerwerk,chocolade al dai/niet