n?
82
24-8-1934. h
waterton en daarna op een sproeiwagenHij heeft zulks echter
weten» tegen te houden.
Verder brens't hij in het midden,dat de leden die thans aanmer
kingen maken op de gedane uit gaven,hem eenmaal gezegd hebben,dat
verschillende wegen onbegaanbaar warenSpreker hoopt hierdoor
te hebben asngetoond,dat deze uitgaven niet met zijn wil zijn
geschied.Alles is gedaan ten bate van het zeebad "De Duintjes".
De Voorzitter merkt op,dat aan de wegen een ouden man en twee
jonggehuwden,die niet aan de werkverschaffing geplaatst konden
worden,zijn tewerkgesteld,waardoor toch ook een goed werk is
ve rricht
De heer Vermaat zegt de verdediging van wethouder Rens met be
langstelling te hebben gevolgd,waaruit voor hem is komen vast te
stacn,dat de leden der wegencommissie niets te zeggen hebben.
Hij merkt op steeds anders tegen deze zaa^ te hebben aangekeken.
De heer Daverveldt acht het noodig de commissie maar opzij te
zetten en voor het toezicht een opzichter aan te stellen,dan
zullen dergelijke onaangenaamheden niet meer voorkomen.
De Voorzitter antwoordt,dat Burgemeester en Wethouders in deze
staan boven de wegencommissie.
met tien tegen een stem wordt hierna besloten den post voor het
onderhoud der wegen met 500,- te verhoogen.
Tegen stemt de heer Verswij ver.
(zie dossier 1934,No.18/10 C.)
Bij het voorstel tot wijziging der begrooting in verband met de
steunuitkeering in December 1931 doet de Voorzitter voorlezing
van een schrijven van den Minister van Sociale Zaken,d.d.21
Augustus 1934,waarbij deze bericht,dat hij er geen bezwaar tegen
heeft,dat deze gelden door de gemeente worden gedragen.Ook
heeren Gebeppteerde Staten hebben hiertegen thans geen bezwaren
meerBurgemeester en Wathouders stellen daarom voor de begrooting
dienst 1934 dienovereenkomstig te wijzigen en het besluit d.d.
21 Maart 1933 in te trekken.