I-O
24-8-1934.
De oe ide wethoudera worden geacht zich van medestemmen te hebben
onthouden
IV. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT WIJZIGING VAN
HET AMBTENARENREGLEMENT EN TOT VASTSTELLING DER VOORWAARDEN,
REGELENDE HET AFSLUITEN VAM ARBEIDSCONTRACTEN,MET MACHTIGING AAN
DEN BURGEMEESTER TOT HET AFSLUITEN DIER OVEREENKOMSTEN.
De Voorzitter zegt,dat het ambtenarenreglement in verband met
de ministerieels circulaire van 24 Januari 1934 op enkele punten
moeten worden gewijzigd,o.a.het dragen van insignes of uniform-
kleedingstukken,het aanbrengen van uiterlijke niet-nationale
kenteekenen aan dienst- of ambtswoning,het ontslag wegens re-
volutionnaire gezindheid enz.
De voorgestelde wijzigingen worden zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld(zie dossier 1934,No.8/3 J.)
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten den Burgemeester te
machtigen tot het afsluiten van arbeidsovereenkomstenconfirm de op
heden vastgestelde regeling.zie dossier 1934,No.9/3 J.)
V, VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT WIJZIGI G DER
BEGROOTING DIENST 1834.
Na voorlezing der desbetreffende memories van toelichting merkt
de heer Hussaarts op,dat hij zoo juist gehoord heeft,dat de post
voor het onderhoud der wegen wederom verbruikt is.Hij vraagt
zich af hoe dit mogelijk is,wijl de leden der wegencommissie
ieder voor zich toch een begrcoting hebben ingediend,terwij 1
hij absoluut zeker weet,dat het bedrag,hetwelk voor zijn rayon
was uitgetrokken,nog niet verbruikt kan zijn.
De Voorzitter antwoordt,dat het onderhoud der wegen enorme uit
gaven heeft gevraagd .Vooral aan de Beukendreef moest, in verband
met het aanstaande badseizoen,toch de noodige zorg worden besteed.
Hij wijst verder op den aankoop van grint,keien en klinkers,wa-r-
door Burgemeester en Wethouders thans over geen crediet meer ïie-
3Chikken
De heer Hussaarts zegt nogmaals niet te begrijpen,dat het geld
op is.
