24-8-1934.
O j-» V
De hear Verswijver zegt zich hiermede geheel te kunnen vereenigen,
ten einde alle wantrouwen 'bij de schilders weg te nemen.
De Voorzitter zegt,dat aanbesteding van onderhoudswerken tot de
competentie van het gemeentebestuur behoort en niet tot die van
den Raad.De beslissing omtrent het al dan niet tegenwoordig zijn
bij de opening der biljetten berust bij Burgemeester en Wethouders
en niet bij den Ra?d.Spreker wil de zaak verder in de vergadering
van Burgemeester eh Wethouders bespreken.
III. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT V00RL00PIGE
VASTSTELLING DER GEMEENTEREKENING DIENST 1933 MET BEHANDELING
VAN HET RAPPORT DER CO .MISSIE VAN ONDERZOEK EN VAN DE MEMORIE
VAN ANTWOORD VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS.'
De Voorzitter doet voorlezing van de uitgebrachte rapporten door
de commissie van onderzoek en door Burgemeester en Wethouders,
luidende als volgt:
RAPPORT COMMISSIE VAN ONDERZOEK.
Bij besluit Uwer vergadering d.d.10 Juli 1934 werd aan Uwe
commissie opgedragen een onderzoek in te stellen betreffende de
rekening dienst 1933 met de daarbij behoorende bescheiden,welke
stukken Uwen Raad zijn aangeboden op 1 Augustus dezes jaa s.In
de vergadering Uwer commissie,d.d.heden,werd bovenvermelde
rekening met de daarbij behoorende stukken aan een nauwkeurig
onderzoek onderworpen en beeft mitsdien Uwe commissie de heer.
onder verwijzing naar het accountantsrapport van den Directeur
van het centraal bureau voor verificatie en finantieele adviezen
d.d.o Augustus 1934,aan Uwen Raad het volgende te rapporteeren:
Al genie ene be schouwingen
De rekening over het jaar 1933 opent met een voordeelig saldo
ad 7963,88, terwijl deze dienst sluit met een diadeelig saldo
ad 5005,37.Dit nadeelig saldo is het gevolg van het niet toe
kennen der maximum bijdrage in de kosten der werkverschaffing
over dat jaar.Was deze dienst geopend met een nadeelig saldo,
alsdan zou aan deze gemeente zijn toegekend de maximum Rijksbij
drage,zijnde 89$,welke nu is gesteld geworden op 76$.Van het Rijk