4-4-1933.
een steunregeling het Rijkssubsidie vermoedelijk gesteld worden
op 35$,zoodat het uitkeeren van steun inplaats van werkverschaf
fing een verlies betekkent voor de gemeente van minstens 25$
subsidie.Bovendien is er dit bezwaar nog aan verbonden,dat de
steunnormen voor de verschillende aoorten van georganiseerde
arbeiders ook verschillend zullen zijn.Zelf hebben de arbeiders
hierin niets bijgedragen,zooals b.t.aan de werkloczenkassen.Bij
de eene organisatie betaalt men meer contributie dan bij de
andere,met het gevolg,dat ook een verschillende werkloozenpit-
keering billijk is.Voor de steunuitkeering is geen verscnillende
bijdrage door de personen zelf betaald, terwij 1 de uitkeeringen
toch verschillend zullen zijn,hetgeen veel animositéit onder
de arbeiders zal verwekken,omdat de gelden uit de openbare kassen
komen.De minimum uitkeering zal b.at.voor landarbeiders,voor
ongeorganiseerden 8,50 feeötfagen,voor georganiseerden,man en
vrouw,j 7,- en met kindertoeslag inbegrepen tot een maximum van
8,-.Voor de metaal-,bouwvak- en fabrieksarbeiders zijn deze
steunnormen hooger,omdat de uitkeering plaats heeft naar gelang
de inkomsten van het vrije bedrijf.Van de uitkeeringsnoom worden
afgetrokken alle inkomsten welke er in een gezin zijn,b.v.ook
ouderdomsrente van vader en moeder,inkomsten der kinderen enz..
De inkomsten der arbeiders zullen dan heel. verre zijn beneden
hetgeen zij nu bij de werkverschaffing genieten.Wie zal de
neveninkomsten controleeren? Dagelijks moet men twee of driemaal
geen stempelen.Waar zal zulk3 moeten gebuuren? Een stempellokaal
zal gehuurd moeten worden,terwij 1 er bovendien personeel aanwezig
moet zijn om den stempelplicht te controleeren.Eenigen arbeid?
welken dan ook,zelfs op eigen land,wordt alsdan verboden.Is dit
alles wel te controleeren zonder verlies van Rijkssubsidie.
Spreker stelt zich de vraag,of buiten het nadeel,dat een steun
regeling aan de gemeente zelf berokkent met het geringe subsidie
bedrag, of de bevolking daarmede zelf tevreden zal zijn.Bovendien
moet de gemeente steeds iedere week over courantgeld beschikken,