20-11-19339 i j) /C gemeente niet in kunstwerken vallen,omdat de kosten van beton- nenkunstwerk nog al groot zijn,dat rond geheel het bassin een kleilaag wordt aangebracht van ongeveer twintig meter 'breed en vijf en twintig c.M.diep,waarvan ongeveer 8 a 10 meter wordt bekramd,omdat de rond het bassin aangebrachte vloeidam te klein is.Gemeend wordt,dat in het bassin ongeveer 200 113zand is ge spoeld, hetwelk gevoegelijk met netjes uitgeschept kan worden, r wat aan twee of vier menschen gedurende een maand werk zal op leveren.D e heer Verhoeven voelt niets voor het aanbrengen van damwand,doch als er een kunstwerk zou moeten komenalsdan zou zulks naar zijne meening van beton moeten zijn.Wat de heer Rens zegt,dat de Heide Maatschappij moet komen om den Paad inlich tingen te ver strekken,dat weigert de hoofdopzichter pertinent, omdat hij in deze slechts met het dagelijksch bestuur te maken heeft; trouwens de Heide ..ïaatschappij kan zoo maar niet ter var- antwoording worden geroepen,omdat dit lichaam van geen enkel wars in werkverschaffing uitgevoerd, de verantwoordel ijkbeid aan vaardt Spreker zegt,dat hij de beide advocatenkantoren op geen enkele wijze eenige inlichting heeft verstrekt .Hij heeft niets meer of minder gedaan dan de stukken overgelegd,de koopakte en het advies,zonder eenige toelichting.Spreker meent hierdoor op de meest juiste wijze de belangen der gemeente te hebben gediend, br zal in deze een besluit moeten worden genomen,want de kwestie van werkverschaffing moet geheel afgescheiden worden beschouwd van de civielrechtelijke zaak,n.l.dat de gemeente een bad- en zweminrichting moet leveren.Nog merkt hij op,dat Ir.Verhoeven hem gezegd heeft: "Mijnheer de Burgemeester, ziet de tegenpartij nog eens uit hare tent te lokken en te vragen,wat zij eigenlijk willen".Ook dit heeft spreker geprobeerd door den heer Dirven te vragen,wat hij eigenlijk wil,doch hiermede heeft hij geen resultaat bereikt.Nog merkt hij op,dat de Heide Maatschappij het werk zelfstandig niet heeft stilgsiegd,doch dat zulks is sreachied ingevolge een besluit van den Raad genomen in de vorige

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1933 | | pagina 237