201
30-11-1934. L
overlaten
Wethouder Moors verdedigt het voorstel van het dagelijksch be
stuur om 50 opcenten te heffen op de Vermogensbelasting,ten
einde met de opbrengst hiervan den post voor onvoorziene uitgaven
te kunnen verhoogen.
De heer Rens zegt het onbillijk te vinden deze belasting te
heffen,omdat deze slechts een paar personen treft.Hij acht het
onbillijk,dat deze lieden reeds moeten bijdragen in de kosten
van rente en aflossing van het electrisch net en nu bovebdien
nog met 50 opcenten worden belast.Hij acht deze belastingheffing
een gevaarlijk iets,met het gevolg,dat deze lieden de gemeente
zullen verlaten.De Voorzitter weet zeker niet,dat ij door deze
belastingheffing met 199 opcenten worden getroffen.
De Voorzitter geeft toe,dat dit een zeer gevaarlijke belasting-
hhffing is en hij ruim voldoende weet,dat in totaal 199 opcenten
zullen worden geheven giet de opcenten der gemeente inbegrepen.
Wethouder Moors zegt,dat het gehaald moet worden waar het te
halen is en hierom handhaaft hij het voorstel van het gemeente
bestuur
Dit voorstel in stemming gebracht,wxdt aangenomen met zeven
tegen vier stemmen.
Voor stemmen de heeren Daelmans,de Crom,Overbeeke,Hussaarts,
Verswij verwethouder ioors en wethouder Melsen.
Tegen stemmen de heeren Goris,Rens,Daverveldt en Vermaat
Hoofdstuk XIII,volgn.176. Opcenten gemeentefondsbelasting.
RAPPORT COMMISSIE VAN ONDERZOEK.
Ook deze belastingverhooging,om de opcenten van 80 op 100 te
brengen,moet noodwendig worden aanvaard,wil in de toekomst over
een voldoende Rijksbijdrage beschikt kunnen worden in de kosten
van werkverschaffing.Ook de verdere andere redenen,uiteengezet
onder volgn170,gelden eveneens tot verhooging dezer belasting,
zoodat Uwe commissie zicb als uiterste noodzaak hierbij wel moet
neerleggen