20-11-1933. -fCji) i goed heeft voorgestaanSr was ongeveer 39000,- schuld en 23000,- geldelijk bezit,zoodat er praatisch geen schuld meer was,$eöwijl de belastingen vrij laag warenTengevolge van de werkloosheidsbestrijding bezitten wij nu betrekkelijk veel schuld en heel slecht land en zijn door de geringe Regeerings- subsidie in de kosten der werkverschaffing van een rijke een arme gemeente gewordenSpreker vindt dit treurig,doch hij kan en mag zich niet meer in het openbaar uiten.Wij zijn in dezen toestand gekomenomdat de gemeente gedurende bijna twee jaren voor meer dan 100 werkloozen heeft moeten zorgenSpreker is er ten volle van overtuigd,dat men in den Kaag niets bereikt; hierom ontraadt hij het voorstel van den heer Goris.Hij vraagt,hoe bij een heffing van 120 opcenten het tekort most worden gedekt. De heer Goris merkt op,dat alles mogelijk waar is,wat de Voor zitter zegt,doch hij denkt er niet aan de belasting tot 200 op centen te verhoogen.Hij blijft bij zijne üieening,dlat 120 opcenten reeds de draagkracht overtreft. De heer Rens merkt op,dat de Voorzitter vraagt op welke wijze bij een heffing van 120 opcenten het te kort moet worden gede&t, terwijl de heer Hussaarts spreekt over het aanboren van nieuwe belastingbronnen.Spreker meent,dat het antwoord hierop ligt in hst voorstel van den heer Goris; dan toch zal meer subsidie van den Minister worden verkregen,zoodat er alsdan geen tekort zal zijn.Deze zaak kan ook achr if tel ij kaf gedaan worden, zoodat ar dan geen kosten zijn voor de gemeente.Heeft dit alles geen suc ces, dan heeft de Raad toch zijn best gedaanIn een naburige ge meente had men wel succes met een dergelijk bezoek aan den Haag. De Voorzitter zegt,-dat de Minister van Sociale Zaken tot uiting doet komen in die circulaire,dat op de begrooting 1934 mag ge boekt worden 46$.Over het overige bedrag zal de Minister zich beraden, hoe veel subsidie alsdan gegeven kan worden, terwij 1 de belastingen tot het maximum dienen te worden opgevoerd. De heer Verswij ver merkt op,dat waaneer het voorstel van den Heer Goris wordt aangenomen en als gevolg hiervan de werkver- r

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1933 | | pagina 217