/I f
20-11-1933. 107 y y
gemeente zou vermoedelijk kunnen vol3taan worden met 120 opcen
ten,zoodat dit practisch voldoende zal zijn aan de hand dezer
cir culaire.
Ee Voorzitter zegt,dat hij deze circulaire bestudeerd heeft en
hoe man nu ook de zaak wil draaien,hij komt tot de conclusie,
dat niet te ontkomen zal zijn aan de heffing van 200 opcenten.
Hij zou heusch niet met dit voorstel zijn gekomen,als hij zulks
niet noodig achtte ter wille van een verhoogde Rijksbijdrage
voor de werkvorschaffing.Het is uiterste noodzaak en er is niets
aan te doen.Wil de Raad het gemeentel ijk apparaat stopzetteb,
dan moet de Raad dit zelf weten,doch zonder een vastgestelde t
en goedgekeurde begroot ing zal spreker na Januari geen enkel
mandaat meer teakenen.Hij wil de heeren dan wijzen op de wette
lijke verantwoorde! ijkheid^ die zij hebben tot het vaststellen
der begrooting.
De heer Daverveldt merkt op,dat toch reken iner dient te worden
gehouden met de draagkracht der ingezetenen en als de voorge
stelde regeling de draagkracht te boven gaat,moet in deze toch
met het Rijk onderhandeld worden.
De Voorzitter zegt zelf overtuigd te zijn,dat het percentage
te hoog is,gezien de draagkracht der diverse bevolkingsklassen,
doch er is niets aan te doen,zegt spreker.
Da heer Daalmans verklaart zich ook tegen een heffing van 200
opcenten
De heer Gorid zegt,dat hij de laatste zal zijn om zijn stem te
geven aan de heffing van 200 opcenten .Hij wil twee personen af
vaardigendie den finantieelen toestand dezer gemeente bij den
minister moeten gaan besprek enZelf kan hij een dergelijk hooge 't
belasting niet betalen en hierom wil hij andere ingezetenen
hiermede niet belasten.
De Voorzitter merkt op,dat de heer Goris dus de gemeente nood
lijdend wil laten verklaren,doch dit zal niet gaan,tenzij er
200 opcenten worden gehevenSpreker vraagt den heer Goris hoe-