jV 20-11-1933. - - v voldoende inkomsten zulle hebben.Hij merkt nog op,dat echter reeds op alle posten sterk bezuinigd is,zoodat hij niet weet op welke wijze alsnog bezuinigd kan worden. De heer Vermaat merkt op,dat men zichzelf tegenspreekt.Als men wil bezuinigen,moet men geen salarissen gaan verhoogenSpreker verklaart zich pertinent tegen verlaging van de loonsn der werk verschaffing.De arbeidersgrzinnen kunnen deze verlaging van 0,02 per uur niet missen. De Voorzitter wijst er op,dat men toch zal moeten zien een sluitende begrooting te verkri gen,waar buiten de door Burgemee- ter en Wethouders voorgestelde bezuinigingen,op geen enkelen anderen post nog bezuinigd kan worden. De heer Verswijver vraagt of het den Minister wel bekend is,dat de loonen hier zoo laag zijn.Hij kan zich niet indenken,dat de 5 Minister van Sociale Zaken de voorgesteldeverlaging zal goedkeuren. Spreker is er voor het bestaande uurloon te handhaven,want het is nu al moeilijk voor die menschen om rond te komen. De heer Overbeeke merkt op, dat er aan de werkverschaffing ver schillende personen zijn aangesteld,die het heelemaal niet noodig hebben,hetgeen de heer Hussaarts beaamtSpreker zou er voor zijn aan minder personen werk te verschaffen,dan behoeft het uurloon niet gewijzigd te worden. De Voorzitter zegt,dat de beoordeel ing dier personen uiterst moeilijk is om de juiste gegevens te achterhalen.Mogelijk kan de Raad die personen wel gaan aanstellen; een enkele raadsver gadering meer en het gemeentebestuur is van een zeer moeilijke taak ontheven. De heer Overbeeke merkt nogmaals op het aantal tewerkgestelden in te krimpen,dan kan het uurloon ongewijzigd blijven; dit acht spreker de juiste oplossing. Het voorstel van het dagelijksch bestuur,om aan den Minister van Sociale Zaken \o or te stellen het uurloon met 0,02 te verminderen en derhalve te brengen op 0,20,wordt in stemming -t i n

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1933 | | pagina 211